Tekstweergave van WALD_1984_0005
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
TEN
GELEIDE
Zes
jaar
geleden
werden
de
eerste
plannen
voor
het
WOORDENBOEK
VAN
DE
ACHTERHOEKSE
EN
LIEMERSE
DIALECTEN
gemaakt
en
nu
verschijnt
de
eerste
aflevering
al.
Het
woordenboek
kreeg
al
gauw
de
naam
WALD
naar
de
af-
korting
van
de
beginletters
en
die
naam
kreeg
de
voorkeur
boven
de
volledige
naam.
In
de
loop
van
deze
eeuw
zijn
vele
woordenboeken
over
streektalen
verschenen.
Eerst
waren
het
alfabetisch
geordende
woordenverzamelingen,
zoals
het
woordenboek
van
het
Gelders-Overijssels
van
J.H.Gallée
(1895),
van
het
Zaans
van
G.J.Boekenoogen
(1897)
en
van
het
Gronings
van
K.
ter
Laan
(1929),
om
maar
enkele
voorbeelden
te
noemen.
Later
werd
de
woordenschat
systematisch
geordend,
zoals
in
DRIE
WATER-
LANDSE
DIALECTEN
en
WIERINGER
LAND
EN
LEVEN
IN
DE
TAAL.
En
daarna
volgden
de
systematisch
geordende
woordenboeken
als
die
van
de
BRABANT-
SE,
de
LIMBURGSE
en
de
VLAAMSE
DIALECTEN.
Het
WALD
is
weer
anders,
omdat
het,
met
de
woorden
en
in
de
taal
veel
meer
"vertelt"
over
doen
en
laten
van
de
bewoners.
Het
is
als
een
mozaïek;
er
kan
een
beeld
van
het
leven
van
de
mens
en
zijn
omstandigheden
opgebouwd
worden
met
de
woorden,
de
toelichtende
tekst,
de
voorbeelden
en
de
vele
afbeeldingen.
Daarom
is
de
afkorting
WALD
beter:
want,
zo
wordt
niet
alleen
het
begrip
"woordenboek"
verstopt,
maar
WALD
is
ook
een
woord
waarmee
je
in
de
streektalen
van
het
gebied
kunt
spelen.
Men
kent
het
woord
namelijk
in
de
betekenissen
"woud"
en
"wereld".
Een
onderdeel
van
deze
wereld
wordt
gevormd
door
de
beroepen
en
bedrij-
ven:
het
werk
van
de
mensen.
Alleen
oude
beroepen
hebben
nog
termen
die
een
streektaal
kunnen
typeren.
Maar,
de
beoefenaars
van
die
oude
beroe-
pen
zijn
vaak
ook
oud
en
hun
nakomelingen
kennen
het
beroep
en
de
termen
niet
meer,
ondanks
de
vele
braderieën
met
demonstraties
van
oude
ambach-
ten.
Er
is
dus
haast
bij
om
de
enkele
nog
levende
klompenmaker
en
mandenvlechter
te
ondervragen.
Ze
zouden
even
graag
willen
helpen
als
de
honderden
bewoners
in
Achterhoek
en
Liemers
en
het
buitengebied
die
geholpen
hebben
bij
het
verzamelen
van
de
woorden,
de
citaten
uit
de
literatuur
en
alle
andere
hand-
en
spandiensten.
Maar,
het
schrijven
van
het
boek,
het
ordenen
van
de
gegevens,
het
uitzoeken
van
de
foto's,
het
vervaardigen
van
de
opmaak
is
het
werk
van
maar
één
man.
De
vaktaal
van
de
boer
is
reeds
voor
een
deel
afgevraagd,
voor
die
van
de
klompenmaker,
de
rad-
of
wagenmaker,
de
imker,
de
mandenmaker/korvenvlechter,
de
eekschiller,
de
kuiper,
de
bakker,
de
molenaar/molenmaker,
de
smid
en
de
koperslager
zijn
vragenlijsten
opgesteld
die
al
ten
dele
afgevraagd
zijn.
Maar,
het
materiaal
had
eigenlijk
al
binnen
moeten
zijn.
In
1980
bij
voorbeeld
waren
er
in
Varsseveld
nog
drie
klompenmakers.
Drie
maanden
later
waren
ze
öf
ziek
öf
overleden
en
de
verzameling
vaktaal-
termen
van
de
klompenmaker
zal
straks
waarschijnlijk
geen
materiaal
uit
Varsseveld
bevatten.
Dit
is
slechts
één
voorbeeld
om
te
laten
zien
dat
er
haast
is
bij
de
verzameling
van
het
materiaal.
Het
WALD
heeft
veel
kunnen
leren
van
de
voorgangers
met
betrekking
tot
inhoud
en
ordening,
maar
de
late
start
is
een
nadeel
voor
de
volledig-
heid
van
het
materiaal.
Het
is
echter
een
voordeel
met
het
oog
op
de
medewerking,
want
de
dialectsprekers
merken
zelf
dat
er
grote
verande-
ringen
in
hun
taal
plaatsgrijpen.
Vooral
daarom
zijn
velen
graag
bereid
J
L
V