Tekstweergave van WALD_1984_0008

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
De plannen tot het samenstellen van een woordenboek dateren uit 1978. Op 13 juni van dat jaar neemt de "Dialectkring Achterhook en Liemers" in haar jaarvergadering te Varsseveld het initiatief om plannen te ontwik- kelen voor het samenstellen van zo'n woordenboek. Na de start van het "Staring Instituut" wordt dit plan in juli 1979 overgenomen door dat instituut. Een commissie waarin toen zitting hadden dr. Jo Daan, prof. dr. H.Entjes, W. van Keulen, drs. G.J.H.Krosenbrink, mw. N. van Raay, drs. H.Rolink en dr. A.H.G.Schaars gaat, naar aanleiding van een discus- siestuk van laatstgenoemde, aan het werk om een beleidsplan op te stellen. Op 28 september 1979 wordt met toekomstige medewerkers in Doetinchem een eerste bespreking gehouden. Op de tweede bijeenkomst, een half jaar later, wordt de eerste vragenlijst uitgedeeld. OPZET EN INRICHTING Het WALD is, evenals het WOORDENBOEK VAN DE BRABANTSE DIALECTEN (WBD), het WOORDENBOEK VAN DE LIMBURGSE DIALECTEN (WLD) en het WOORDENBOEK VAN DE VLAAMSE DIALEKTEN (WVD) een systematisch opgezet woordenboek. Omdat het WALD de mens en zijn leven centraal stelt, is er echter voor een andere ordening gekozen dan de drie genoemde woordenboeken hebben. Zij hebben namelijk een tweedeling in het materiaal, gebaseerd op het feit dat de bekendheid met en de bruikbaarheid van de woorden uit het lexicon niet voor iedere dialectspreker dezelfde is; zij onderscheiden derhalve een zogenaamde "algemene woordenschat" en een meer "specifieke woorden- schat" (vaktalen). Het WALD zal uit vijf hoofddelen bestaan: de mens de mens en zien huus de mens en zien wark de mens en zien gezins- en gemeenschapslaeven de mens en de wereld Daarmee kiest het WALD voor de omgekeerde visie van Hal lig en Von Wart- burg, die de wereld als uitgangspunt van hun systematiek nemen. Bij het samenstellen van de vragenlijsten wordt pverigens dankbaar gebruik ge- maakt van het op het systeem van Hal lig en Von Wartburg gebaseerde over- zicht van af te vragen begrippen dat aan de "Nijmeegse Centrale voor Dialekt- en Naamkunde" is samengesteld door mw. drs. C. Frissen. Elk van de vijf hoofddelen heeft een eigen, met 1 beginnende paginering. Voor ieder van de hoofddelen is een symbool gekozen om het terugzoeken te vereenvoudigen vanuit het (cumulatieve) register van woorden, dat steeds na iedere uitgave zal verschijnen en de totale tot dan toe uit- gegeven woordenschat zal bevatten. Die symbolen zijn: 1t voor: de mens JL voor: de mens en zien huus A voor: de mens en zien wark V voor: de mens en zien gezins- en gemeenschapslaeven )( voor: de mens en de wereld. Het hoofddeel "de mens en zien huus" dat hierbij wordt gepubliceerd, heeft acht hoofdstukken. Ieder hoofdstuk is onderverdeeld in paragrafen en, soms, subparagrafen. Boven een paragraaf en een subparagraaf staat het meest frequent opgegeven woord. Dan volgt een redactioneel (cursief gezet) commentaar, dat geschreven is in het dialect dat de redacteur gebruikt. In dit deel is dat het dialect van Borculo, de geboorteplaats van de auteur. JLVII I