Tekstweergave van CM_1892-05-28_006
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
2
o,
hoeveel
doet
God
voor
u!
Uit
do
geiieele
goscliiedenis
á0
menscUieid
blijkt
het;
ook
in
don
tijd
van
licden
waarin
ge
looí'h
naar
uwe
inzichten
vaak
zoo
lijnreclit
in
strijd
met
de
vorvulliül^^'
der
belofte
Gods,
De
maciit
van
den
Almaclitige,
van
Hem
díJc
verkoogd
is
in
den
hemel,
van
Jcv:us
Cliristus,
blijkt
soms
we^'<
nietig
te
wezen
tegenover
de
raacht
van
de
zoncle,
cío
macbt
vaP*
het
ongeloof,
die
zich
al
meer
doet
geldcn
in
de
v?ereld.
J'^'
Het
schijnt
soms
of
de
macht
van
het
E'?angelie
krachteloos
ié^^
Denkt
aan
hen,
die
onder
de
heidonen
uitgozonden
worden
jaar
oj
jaar,
en
die
getuigen
dat
zij
zoo
weinig
merkbaro
vruchten
op
hii
arbeid
zien.
Maar
inzonderheid,
wanneer
ge
denkt
aan
die
Jodeii^í^
die
ronddolen,
die
om
ons
zijn
verstrooid
over
hecl
de
aarde,
o^f
mijn
Geliefden,
wij
zongén
daar
zooeven:
't
Verbond
met
Abraham
Zijn
vrind,
Bevestigt
Hij
Van
kind
tot
kind,
^'
ni
gelooft
gij
dat?
Indien
er
geloof
is,
dan
kan
er
ook
gebed
zijn;
dan
kan
er
ooW
arbeid
zijn,
want
het
geloof
moeí
uit
de
vrucliten
blijken.
En
\va^*
zijn
de
schoonste
vruchten
van
het
geloof?
Een
vastklemiíieu
aaif
onzen
God
allereerst
en
een
volbrengcn
van
Zijn
gebod;
zoo
tet^^'
opzichte
ook
van
de
uitbreiding
van
Gods
koninkrijk
onder
d(S<
heidonen,
ais
van
de
uitbreiding
van
het
rijk
van
Jezns
Christu.'*'''
onder
de
Joden.
Het
is
mijn
voornemen
in
deze
uro
moer
bopaald
uwe
aandaclif*-
te
vestige'n
op
deze
onze
roeping
en
u
op
te
wekkon
tot
gemeon
schappelijk
gebed
voor
Israel.
I)c
woorden
naar
aanleiding
waarvaiiH
wij
Ons
in
gebed
vereenigen,
zijn
ontleond
aan:
De
Handeliiigen
der
Apostelen
1
:
0—8.
í»i
h(
Voor
de
laatste
maal
had
Jezus
Zijnc
discipeíen
rondom
zicíh
vereenigd.
Hij
spreekt
tot
hen
over
de
dingen
van
het
koninkrijtdi
Gods
en
beveolt
hen
aan,
dat
zij
van
Jeruzalem
niot
zoudon
scheiden^'
máar
aldaar
verwachten
moesten
de
vcrvulling
van
de
belofte
deí"^'
Vaders,
aangaande
de
komst
van
den
Ileiligen
Geest,
die
alí
trooster
bij
hen
zou
blijven
ais
Hij
vau
hen
zal
zijn
hcengegaaiiP^
De
discipeíen
hebben
do
schuchterhcid
voor
den
Heer
en
Mcestei^^J
van
zich
afgelegd
en
spreken
zich
uit
over
eenc
zaak
die
hun
ni'*'
aan
't
hart
ligt,
ais
de
Heer
hen
onderricht.
Meermalen
had
d(
^
Heer,
na
de
opstanding,
veel
heerlijks
verkondigd
van
het
KOniuk