Tekstweergave van CM_1892-05-28_010
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
6
menselicn,
die
zal
ik
ook
vcriooclicnen
voor
Hem
die
in
de
Iiemcicu
is.'|
Om
geestdriftig
te
kunnen
getuigcn,
is
hot
noodig
zijn
EvangclidTO
te
kennen
uit
de
goseliriftcn
en
oolv
uit
persoonlijkc
lcvonscrvaring|i-f
indien
wij
niet
vcrwerpelijk
willen
worden;
is
het
noodig,
volstrokl
noodzakelijk
te
bohooren
tot
het
geostelijk
Israel.
Gij
zijt
godoopim
in
den
naam
des
Vaders
en
des
Zoons
en
^dos
Heiligen
Geestes
eilci
draagt
mitsdien
den
naam
van
Christen.
Bij
dien
Doop
hcoft
Gocje
u
gezegd:
Ik
ben
uw
God;
gij
zult
Mij
eeren.
Bij
uw
belijdenii
van
den
naam
waarin
gij
gedoopt
zijt,
hobt
gij
de
beloften
God:
en
bare
eischen
in
't
openbaar
aanvaard.
Hoe
Staat
het
nu
met
uw
hart
on
met
uw
getuigenis?
Is
heV"a
hart
afkeerig
waar
de
mond
den
Heer
bolijdt,
de
Heer
zal
dci
huichelaar
ontdekken
op
Zijn
tijd
en.
Zijn
w.ijzo.
Zogt
iemand:
ik
heb
nog
gcen
belijdenis
gcdaan
voor
do
go|
il
niocnte,
wi]
zeggen
u
openlijk
aan:
gij
verzaakt
dan
uw
doop
cur
mitsdien
den
God
uws
doops.
0,
gij,
die
door
de
genade
des
Heiligen
Geestes,
door
het
gcloo
;
aan
de
belofte
van
den
Heere
Christus,
den
cisch
uv/s
Gods
heb
aanvaard,
hoe
Staat
het
met
uw
getuigen
?
Getuigt
gij
met
woor^\\
en
daad,
helpt
gij
medo
aan
de
vcrbrciding
van
Zijn
Evangcliofe
onder
de
Joden
en
onder
de
Hei
denen
?
Gcvoelt
gij
u
ook,
misscbic^o
ook
maar
bij
een
weinig
nadenken,
reeds
bcschuldigd
cnboschaamdP^c
0,
gewis,
gij
zult
u
hcrinncreu,
dat
gij
wol
cens
ccnc
gav«
hebt
afgezond'erd
tot
dat
doel;
dat
gij
ook
wel
cens
getuigcn
heb|'ij
afgelegd
tot
verheeidijking
van
den
Heer
en
Zijn
genade;
raaai'o
hoe
behoorde
het
te
zijn,.
tegenover
hctgcen
u
is
geschonken^a
tegenover
hetgeen
u
is
belooid?
Ach,
laat
dan
gcbeden
cn
gaveJVf
vermenigvuldigd
worden;
laat
de
bchartiging
der
zcnding
ondcDe
Israel
niet
achterstaan
bij
die
onder
de
Heidenen,
gclijk
maajüi
al
te
zeer
plaats
heeft.
Het
is
onze
roeping
ora
te
getuigcn,
cnc
aan
Israel
te
getuigcn
voor
Israel.
Bidden
wij
dat
zij
toegcbrachie
worden
tot.de
gemeente
die
zalig
is
in
Christus.
5
Het'
Volk
van
Israël
is
immers
zoo
krachtig
om
onze
ziel
gc
bonden.
Vooral
wanncer
gij
denkt
aan
de
vurige
gcbcdcn,
die
da
oude
Israel
heeft
gcdaan
ook
voor
andere
volkcn.
Leest
er
siecht
de
Psalmen
op
na,
die
dicndcn^
bij
hunnc
openbare
vercerini
van
den
naam
van
God.
Denkt,
dat
de
zalighcid
is
uit
dfle
Joden.
Denkt
vooral
aan
de
treurige
tocstandcn,
waarin
hdJc
verstrooide
Israel
tlians
verkocrt,
als
gast,
als
vrccmdclinl-e
achttien
ccuwen
rondzwcrvende,
zonder
tompel,
zonder
zocnoffeita
Want
maar
al
te
zeer
is
de
Jood
een
voorwerp
van
minachtingK
verguizing
en
bespotting.
Laat
dicp
mpdelijden
ons
echter
in
dpi