Tekstweergave van CM_1895-04-06_005

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Зе Jaargang. Zaterdag 6 April 1895. RISTËLU K E Waar is God ? wIn Uüín Icvcri wij en btr.vtgeu oiis cu zijii wij." llaHd. 17 : 28a „Waar is (le zee?" zoo vroeg liei visscbenheir, AI zwemmend door het maatloos diep, „Wíj hoordea van een onaizienhaar meir, ^Dat cens de macht dos liemeis schiep; „Waar glanst zijn spiegel, dat ons oog bot zie, „Zijn blauwe waafren ; wie kan 4 zeggen; wie?" De leeuwrik Steeg omhoog in 't morgenlicht En zong zijn vroolijk uehtendlied ; ,Ik zie de zon", zoo zon g hij, „in 't gezicht, „Maar, ach! de lacht bemerk ik niet; »Wie zogt mij, waar ik zwevend op den wind, „De luoht, de zaivre lacht des lovene vind ?" En „waar is God" zoo waagt gij sterveling ! Te vragen, die in 't groot heelal Van nwen Sohepper rede en geest ontving. Als geen van aller sohepslental ; Daar ge u in God beweegt en leeft en zijt, Wat vraagt ge ? Of zijt ge geest en rede kwijt ? j P. .1. M. Verschillsnds Msdsdsslingsn. Hot beproofdo toiiw. Alpenbestijgors zijn groóte waaghalzen en loopen onlzettendo gevaren. Een mialred ¡san hen in een afgrond of rotsspleet doen ncerstorten, waar hun ondergang onvermijdelijk is. In Augustus. 1879 OBtraoetten eenige reizigers zulk een Alpenbestijger, Dr. Moseley, een gerouti- neerd bergbewencr, die in datzelfde jaar dertig ge- vaarlijke punten had beklommen. Hij had twee vertrouwde Zwiiscrsclie gidsen tot zijn dienst, en was ToUedig uitgerust met de beste werktuigen, maar het redmiddel, waarin men het grootste ver- trouwen Steide, was het touw. De touwen, door de Alpclub gebruikt, zijn allen vooraf nauwkeurig geprobeerd, en zijn kenbaar aan een soharlakenrood draad, die er midden doorhecn loopt. Alle berg- beklimmcrs voorzisn zieh van zulk een beproefd touw, waarmodo zij aan elkandor vastgebondcn worden, zoodat, indieu iemand valt, hij door het touw, waaimede hij aan zijne gidsen verbonden is, wordt opgetrokken. De Doctor en zijne metgezellon volbrachten een dgeelaagde tooht over den Matterhorn, maar zijne groóte crvarenheid maakte hem overmoedig, en ondanks de tegonwerpingen zijner gidsen, drong hij er op aan van het touw te worden lo gemaakt. Zij klommen daarop längs een steil sneeuwveld tegen de rotsen op, toen de Doctor een spreng deed over een smal rotsblok, dat met eene dünne sneeuwkorst bedekt was. Maar beiaas! bij strui- kelde cn gleed onmiddelijk van het rotsblok af. De gidsen waren machteloos, omdat hij het touw had weggeworpen, dat hem gered zou hebben. Zijne tegenwoordigheid van geest verliot hem ech­ ter niet; hij groof met zijne ellebogen in de sueeuw, maar kon niet beletten, dat hij steeds dieper af- zakte. Daarop keorde hij zieh met wanhopige in- spanning gcheel om met het gelaat naar de helling van den borg en sloeg met ziju bijl goweldig op het ijs los, in de honp een voornitstekende punt te bemächtigen, maar de vaart, die hij nu verkre- gen had, maakte zijne pogingen vruchtolooj. Met toencmonde snelheid daalde hij af, totdat hij een rotspunt bercikte, van waar hij hals over kop werd neergeslingerd, duizend voeten door de lacht zwaaiende, totdat zijn liohaam op het ijsveld neor- plofte als een levenloos verminkt lijk, metverbrij- zelden schedel en schier vaneeiigereten ledematen! Hij verloor zijn leven door in zijn zelfvertrouwen het touw te verwerpen. Zie hierin een zinnebeeld van het behend door het bloed van Jezus. „Chriatus stierf voor ons." Jczus Christus legde voor onze zonden zijn leven af op het kruis. Zoo gij niet onder de bescberming van het bloed zijt, zuU gij voorzoker in den afgrond der hei ge- worpen worden, want er is geschreven: „Die niet gelooft, zal verdocmd worden." Maar ZOO gij integendocl van uwe zonden zijt rein geiva-isehen in Zijn dierbaar bloed, zult gij een kind van God, een erfgonaain Zijner heerlijkheid worden; want er ia geschreven: „Die geloofd zal hobben en geiloopt zal zijn, zal zalig worileti." Zijt gij onder Zyne bescberming? Geloof in den zoondood van den Zoen des levenden Gods en gij ontvangt vergiifenis, wordt gereinigd en voor eeuwig bewaard door zijne genade. Toawijding en Volharding. In Flavius Josephus, Oorlog der Joden tegen de Romeineu, lezen wij het volgende, dat aan de kinderen van deze eeuw ter ernstige overweging wordt aangcboden „Nu Staat ons van den tempel te spreken: hij was op eenen rotsachtigen berg gebonwd; en de vlakte die in 't eerst op den top daarvan was, was nauwelijks groot gnnoeg voor den tempel en deszelfs omvang: maar toen de koning Salomo hera stichtte, deed hij eenen muur aan de Ooslzijdo makon, om de aarde ran dien kant te statten ; en nadat njen de ruirate gevuld had, deed bij er eine der galerijen op zetten. Alle de andere zijden stosden toen nog bloot en open, maar vermits het volk in verfolg van tijd steeds meer aarde aanbracht, om die plaats verder uit te breiden, werd het oppervlak van den borg veel grooter. Men brak daarna den muur aan de Noordzijde af, en men voegde er nog eene ruimte bij, zoo groot als de ganseho omtrek des tompels. Einclelijk werd het werk, tegen alb-r verwachting, ZOO verre uitgezot, dat mea den ganschen berg met een driedubbelen muur omringde; maar daar ver- liepen gansohe eeuwen, eer dit groóte werk voltooid werd ; en men gcbruikte daar toe de gewijde schat­ ten, welke door de volken van alle gowesten der werold Gode aldaar opgoofferd werden. Behalve den oppersten omgang, werd het bene- denste ded dos tompels driehonáerd ellebogen, en op sommigo plaatsen nog hooger, opgehaald: maar de overgroote diopto der grondvesten wa.^ niat te bespeuren, doordien die dalen, sedert gevuld zijnde, waterpas mît de enge Straten der staJ gemaakt worden ; en de steenen, die men tot dit werk be- zigde, waren veertig ellenbogcn lang; in voege, dat hotgeen, hetwclk bijkans oamogelijk sebeen, eindolijk uitgevoerd werd door den ijver en de on- ophoudelijke mildheid des volka." Een Dorpsdokter uit de vorige eeuw. In de eerste helft der vorige eeuw loefde te lîiggekerke meester Tobias de Potter, die, zooals wijlen zijn vader Michiel de Potter 't beroop van chirurgijn uitoefendo, waaraan destijds vooral dat van barbier on haaraniider verbonden was. Onze meester Tobiaa sohynt echter bij scheermes en lanoet nog geen gonoegzaam bestaan te hebben gevonden , althans hij hicld herbcrg en versmaadde geenerlei middel, O.TI dcze laatstc broodwinning ZÓ6 profijtelijk te maken als hem »ogelijk was. Dit bracht hem meer dan eens in moeilijk- ? hedeo met den kerkeraad, die, met den professors- zooa Ds. Johannes Eogius aan 't boofd, stiptelijk toezag op den wandol der ledon. En toch was 't in de Potters belang met dominé en kerkeraad op goeden voet te blyven; immers hij was ten dcelo van ben afhankelük. In 't begin van 1734 hadden beide partijen een eontract gesloten, waarbij meester De Potter aannam voor 7 pond Vlaainsch per jaar bij alle armlastigen „'t zij groot of klein, jong of oud te cureeren on genezen alle ziektena, kraak- heden, wenden en breuken aan eenige ledematen des licliaams, dat God verhoeden wil, on verder den baard te scheren van alle mauspersonen, die op den armen zijn vervallon, haar bayr te snijden alsmede van alle kinderen, die op onzen armen zijn vorvallen". De kerkeraad zou bij zware wenden „oud linnen bezorgen, om er windelen van te maken" en zou extra vergoeding geven, zoo onze chirurgijn meer dan een nur buiten 't dorp paticnten te bezoeken had, „doch alleen voor het loopen". Alle materialen had hij-zclf te leveren. Dat er arm- lastigen verder dan een nur buiten 't dorp konden wonen, waarvoor de diaconie van Biggekerke te zorgen had, otachoon de gemeente zieh toen, evenmin als nu, zoo ver uitstrekte, vindt zijne vorklaring hierin, dat allen, die op een plaats ge­ boren waren, ze mochten er blijven wonen of niet, ten laste der diaconie van die plaats hieven. En voor 't gaan, meer dan een nur buiten 4 dorp, mooht meester Tobiaa ook wel een extraatjc hebben, want de wegen waren veelal zoo siecht, dat men te winter alleen op 't dorp huisbezoek kon doen (gelijk zulks nog hier en daar geschiedt), en zelfs daar was de weg „door regen en alik zeer onge- makkelijk, vooinamelijk in de duistere avonden", zooals Da. Regina klaagt. Later vernemon we intusschen, dat meeater Do Potter in een nieuw eontract moest bewilligen, \vaarbij zijn salaria tot 4 pond Vlaamsch verlaagd werd ; onder yoorwendsel dat 4 aantal armlastigen zeer gering was. De dossiers van de Parijsche politie. De voor eenigen tijd ontdekte pcrsachandalen, waarin een hoofdambtenaar van politie middellijk of onmiddellijk de band heeft gehad (door namclijk aan de z. g. mâitres-chanteurs gegevcns te ver- strekken.) heeft opnieuw de aandacht gevestigd op bot systeem, dat aan do Parijsche prefcctuur van politie wordt gevolgd. Zoodra iemand eonige bekendheid verkrijgt, in welke ricbting ook, zoodat zijn naam wordt ge- noemd in ie dagbladen vooral op »taatkundig of journalistisch gebied, krijgt hij een dossier aan de prefectuar ran politie. Daar wordt alle dageu bij- eenverzaiaeld eu gcclassi(iceerd al wat inkomt aan l particulière rapporten of aan kranten-berichton over l alle Personen, die maar eenigszins de aandacht j trekken door hun arbeid of door hun spreken of \ schrijvea. ZooJoeudo bestaan er aan de prefe.ituur eenige honderdduizenden van dosaiers, bijeeuzameld »edert den brand ran het gebouw in 1871 tijdena de Commune. AI die papieren, genommerd en met zorg geca- talugiseord al» de bocken in een bibliotheek, zun No. 49. ilíIElJWSBLAD . gerangschikt in twintig zalen op de vierde verdie- ping van het gebouw en niemand hoegocoemd wordt daarbij toegelaten, tonzij hij een persoon- lijke aanschrijving heeft van den prcfect. Natuurlijk is alles wat er in die dossiers geschreven Staat , niet even betrouwbaar. De beer Andrienx, die zelf profect is geweest, heeft indertijd niet geaarzeld om te zeggen, dat hier kaf onder het koren schuilt. En dat kan ook niet anders, want een politierap« rort wordt niat gemaakt door een rechter vai» inatructie, die eontradicioir onderzoek instelt, maar wordt vlucuiig geschreven naar inlichtingen, welke te hooi en te gras recht en links worden opgedaan. Wat de concierges en de burén verteilen, spcelt bierie een groóte rol en do hemel weet wat ет alzoo verteid wordt aan kwaadaardigheid en aan overdrijvingon. Vamlaai dat hetgeon de dossiers van de politie beheizen niets andera dan met bui- tengewone behooJzaamboid gebruikt mag worden. Dit systeem, dat ais 't wäre misdrijven, ais thans zijn ontdekt, in de band werkt en dan ook nog oalangs door don premier, den beer Dupuy, bij de bchandoling in de Kamer van de iaterpellatie be­ treffende de geploegde afdreiging, onomwonden werd afgekeurd. is een overblijfsel uit den tgd van bot tweede Koizorrijk. Het paste gehoel bij het toen bestaande stelsel van spionaage. Japansche typografen. Velgens de Kreuzzeitin g gaat de arbeid van een Japansoh letterzettergcpaard met moeilijk- hodeu, die men in andere landen niet kcat. Da Japansche geschreven en gedrukte stukken zijn naiaílijk gesteld ia Chineescho teekena, de besendo baaUjcs, kruisjes, vogea, staarten en sliqgers. Er zijn 20,000 van znlko teekens, waarvaa er door de geleerden ongoveer 14 000 worden gebiuikt en niet minder dau 4000 in het dagelijksch leven voorkomen. Bovendien wordt door den Japanschon letterzetter de zoogenaaande Kana. dio uit 47 teekens bustaat, gebruikt. Hij heeft dns te .verkeu met meer dan 4000 typen, die hij alle groadig moet kennen. Een bril met vergreotglazen helpt hem mneatal io zijn werk. Do zetter zit aan een klein tafeltje aan bot einde van een groóte кашог, mot het kastje van 47 Kana-teckons voor zieh. Door het vertrek zijn kästen gctimmerd, ongoveer als boekenkastea en tus-^chen deze kaaten zijn gangen van efn paar voet breedte. De zotter knipt nu bot handfchrift in smalle strecken en geeft aan icder der zes Jon- gens, die in. zijn dienst zijn, een strook. Deze jongeus halen dan uit de kästen de verschillende Chinnesche lettertoekens, (iia noodig zijn; alleen de Kana-teekens laat bij uit. Zoo tollen de jongens door elkander, terwijl zij do klanken der teekens, die zij zoeken, voortdurond opdreuuen, omdat ze audors niet kunuen herkenoen, als zij het geluid niet hooreu. De lagere klassen in Japan verstaan ook vaak geen geschreven of gedrukt schritt, in­ dien zu niet har"