Tekstweergave van DC_1825-01-18_002

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
»3= 3= °2 ,u - 3 3 = O re o 0 are » 0 0 < « r* na . er a •> 3 o 5.* ÏR 2 .o« 3 1 < < cr Cu " cu re ' 3 S - 0 4 ff er" § 2 »0 ft. n ra 2 .0 o »! » *Sl?»f u "S S 3 2, 1 1 * 2 « Büi o S 9 3 ra ra» e # 2 ra * t £-00 . M ' 3 w aa -ü- 2 ij . o 0 !»a o "35 * ra 2 "3a . 2 sT S cr - tg o< s 0 <* 1 ra re tra -5 ra oa Q 6 3 blad No. 31). wordt aan elk en êeü !pg>ltj'k verboden , 2 " g*S om , behalve in het géval , dac bet vee uit nood moeit sso ' Worden gesiagr , eh hetwelk in art. 2 van voorschreven '* omschreven , eenig vee te slagten, onvoorzien van we l het scbatmerk en van de kwitantie van den betaalden ac- cijns ; gelijk m,-dè elders , dan ter plaatse in voorschreven kwitantie uitgedrukt , en zulks alles op verbeurte der boe . O i, o S-g. » » 2 2. "f a n. 2 _ 2 » cu ra CL ra re C B < ere •» ö ~ =* ^ = 2 ra » a- ia M < "S? »r cu ~ re ra B «» cr O"? cr 2 ts» re ó 2.2- O O n 1 5 s s n>_2.»^ _ S.-ïjoo i CL«= ra - O •? °- " 3 a 3 - O 0 a -, « v 3 E » o ^. f o. . ten , bij voorschreven artikelen , voor de vleescbhoüWers en slagters bepaald. 5 . Wi j behouden ons voor , om , bij,uitbreidin g der bepalingen van-art. 19 , § a der hier bovengemelde wet , in de steden en plaatsen , op welke voorschreven art. 2*04 » < § 2 reeds is o f nader za l worden toegepast , bet inkomend vee re ra - < ra o a a ra S; * f o ra QTQ s 2 cr » «- N O ra "o ra Sg. " aan de dadelijke betaling van o f aan borgstelling voor den ra 2 § accijns te onderwerpen , behoudens teruggave , in het eer- S re 2 ste » e n afschrijving , in het laatste geval , voor zoodanig « = 5 vee , hetwelk ongeslagt wordt uitgevoerd , en behoudens ra de noodige wijzigingen ten aanzien van het vee , hetwelk = cr - óp de publieke markten wordt aangebrsgt. 6. Wa nneer de schatting der Waarde van bet slagtvee " den scharpligtigen zelve verrigt en aangegeven wofdt , o * g . o" O 2-S' _ N "2.2 . < CL O 001 o a « volgens het derde li d van art. 19 der meergenoemde wet , 3 zullen de volgende bepalingen worden in acht genomen: " » . Be t vee moet wordeb gebragt san het kantoor van den ontvanger waar de aangifte moet geschieden , o f op zoodanige andere plaats , well e dtjor den ont- vanger tor meerder gerij f der schatpligtigen zal wor- den aangewezen, en aldaar moet de waarde door den aangever schriftelijk worden opgeven. ' Wanneer de aangever niet mogt kunnen schreven , ra ."^S-nSga - ^ S - S E°-s § troffcrS.-'p- S .o?«iï»»5S5 -nï . cu . ra O 01 S H r; w Vi"? 3 D.O B « E; «T_ O « = 2.3: g- ° « O f g = g - r»reCi. S-72 " & 3 ra 2 5 » " °" 2 * < ra g- « o g S Sgg- rt «» 9 » 3 _ ra CU ! S Cu 5- re «Q Crc _2 - = S^ ' a ra 5 a 2 2-™ 2. S SS?.S?Sffi?rr r ra S s »c rö^ 2. f 2 re 3 n »r O. cr £ ra *; 2 ra 7o)re _ O 3- O ft g. » *=:°»Ö: »S 5 «-*;- : 3 2. * S s 2.2-= 2 9 2 * g. » 3 S Ei ra Cu > ra < »> B o >-i ft» za l de deugdelijkheid zijner opgave worden beves- tigd door het stellen , op de vérklaring, van een kruis o f ander kenmerk , i n tegenwoordigheid van een onzijdig persoon , welke het stellen van dit tee- ken door zijne schriftelijke getuigenis za l moeten bevestigen. Bijaldien de waarde door den ontvanger o f door eenen anderen tegenwoordig zijnde beambte der ad- ministratie onvoldoende wordt bevonden , zullen deze , hetzij gezamenlijk , hetzij afzonderlijk , het vee kunnen benaderen , tegen dadelijke betaling op kwitantie van de aangegevene waarde en van eene verhooging van 5 ten honderd , bij bet 3de li d van are. 19 bepaald. D e aangegeven waarde voldoende bevonden zijnde , za l bet vee van een schatmerk worden voorzien , en , na dadelijke betaling van den accijns , eene kwitantie worden uitgereikt , welke den tijd za l ver melden , binnen welken bet vee za l moeten worden geslagt ; zullende de aangever eene boete van vij f guldens verbeuren , indien de slagting niet binnen den gestelden tijd is verrigt . D e bepalingen van art. 20 der wet op het geslagt zullen toepasselijk kunnen worden gemaakt op gemeen. n ten , welke met de steden knnnen worden gelijk gesteld. * Wet op het gemaal. Aft . 8 . D e accijns op het malen o f breken van spelt word t i n dezer voege verminderd , dat slechts za l worden as. H " 0> «fl. P6 00« CMJl NI O 0 0 O w 00 oouo g ? £.2"5.o den , za l brm geen tv, al va 2 ra w J^S-aoaSaip B W? s 2, 2 minste een vijfde meerder o f een vjjfde minder bedrage, - ar , C/ITJ >a T3 "O T3 -a -o -o 2 00000000 0 r a Q.cucueucucuOLCure* Oo. » aia-3- | a < =_orartS223c< . .2 e T3 -o 2. °- rartngo-acua.. li . u 3 <*> O O a n Oq O CU H 2,cu- ra ra n St S. S ra E O 0.0. 0 re ra "o 2 "ci O « 2 < o O re ra 3 a a CL a g o - - VI 0 o S O s cu ra B 5 ra 3 ra o v> n -9 ra ra nq ^3 (n u> CT O 1 O O % ra a - g o 2 O —1 ra = O ef 2. a a n s s . ra 3 **> ra ET—.. «inSSOrae S ~ 2 « " g g dan de partij van dezelfde soort van graan o f meel , wel - ra = ke nog op de molen aanwezig 10. Het veraccijnsde o f aangegeven graan zal , Uiter- oa re-o lijk jn den loop van den aden dag na de aangifte van het " ra S accijns , o f consent.biljet , ter molen moeten zijn gebragt. o 3 CL CL ra ra O *o ra 3 © ra •» «» 3 - o CL M 2 N a verloop van dezen tijd za l bet accijns o f consert - biljet ophouden van waarde te zijn , zonder dat er terug- gave van bet daarvoor betaalde za l geschieden. 11. Indien er geene gelegenheid mogt zijn geweest , w' " cr o 5" re = M = om het graan , binnen den tijd , i n het voorgaand artikel vermeld , ter molen t e brengen , za l de aangever het bil - jet binnen dien tijd aan den ontvanger kunnen overhandi- gen , in welk geval hetzelve ten kantore zal blijven be- rusten , en later zal kunnen worden afgehaald, nadat de ontvanger de dagteekening der nadere uitgifte op hetzel - ve za l hebben gesteld. 12. BU alteratie van het slot der eerste § van artikel re S cu 10 der wet op het gemaal , wordt bepaald, dat d e te "S S verbeuren boete , 's g o. in geval van het niet bij elkander la- o f van het brengen der granen in den molen , zon - § s der. van biljetten voorzien te zijn , za l bes'aan i n het be- ro %— drag van den 10 dubbelen accijns voo r belast graan , en van ƒ 2-o o per mud voor onbelast graan. c*» » a u ra a> ra 13 De biljetten zullen tot dekking van het uraan o f het meel , aan den molen niet langer van kracht zU » dan gedurende 4 dagen , na den tijd waarop bet graan ter n '=r ra cnp - # molen beeft moeten gebragt zijn , ten ware de ontvanger, sa g" op aangifte van den molenaar, den tijd mogt hebben o- a verlengd , en zulks op het bilje t hebben aangeteekend; g-S - zullende deze verlenging echter niet worden toegestaan, *• 5 ra ra B « 3 J QfO VS cr ra cr M ra - a 5S5 . re 5 « S S «» eucr . w- 2 •* Qf Wj» O 5 B r. s »"2 5 S> Z o 2 ak.oSs.a-2. - I § al I, TO 8 cr H « g. " S- 2 2 5 re'ï„2.cr' CL«" < *• » »W re i 3 O CU 2 ra ~* ra re rt >i. ca t a. re J a n »«•/-> CL oa ra ra £ < O } I J S 2 < 3 ra § £ re =*" dan bij gebrek aan wind o f water , o f ui t hoofde van ao- aa " dere omstandigheden, welke het malen hebben belet. KT 14. D e molenaars zullen niet vermogen te malen , r a »?B-den ondergang noch vóó r den opgang der zon , zonder oq ra daartoe voora f schriftelijke toestemming van den ontvan- S eer te hebben bekomen , en zulks op verbeurte telkens ra ra van eene boete van een honderd guldens. CL^ BU het geven van bet voorschreven schriftelijk COB- g _ sent , za l i n het bijzonder worden gelet o p bet belang 8 = der watermolens aan denzelfden stroom o f waterloop lig - **>5.gende, en welke slechts de een na den anderen op be- « S paalde tijdsafstanden kunnen malen ; zullende d a toestem- B* u ming mitsdien niet mogen worden geweigerd vee r den "3 % tijd , op welken deze molens , overeenkomstig de plaat- ~ s teltjke bepalingen , werkzaam moeten en kunnen zijn . a-ra 15. Bi j alteratie van bet laatste gedeelte der iste $ S ra van art. 12 der wet o p bet gemaal wordt de verpligting tot de betaling van den accijns voo r bet graan hetgeen 0 0 onvoorzien van accijns o f consent-biljet doo r den raole- SS«* naar wordt ontvangen o f gemalen , vervangen door de "• ? verbeurte van bet graan , onverminderd de boete van f 25-0 0 per mud ten laste van den molenaar. 16. D e scliepkist , bij de 2de f van het voornoemde oa ai ) g.™ ? w _ betaald van de ongepelde spelt 40 i n plaats van 50 cents , ~ en van de gepelde spelt 80 cents , i n plaats van /1-40 , alles per mud , meerdere o f mindere hoeveelheid naar evenredigheid. 9. Gedurende den tijd , dat aich eene partij ongema van iemand te r molen mogt bevin len o f gemalen graan ra oen , zaï arm geen tweede biljet voor dezelfde toon van "graa n worden afgegeven , ten ware de hoeveelheid ten : o < •o o art. 14 vermeld , zal ten gehóege der ambtenaren worden vast gemaakt, zoodanig dat alle nitsrortiog van graan o f meel , zonder behoorlijke ontsluiting der kist , onmogelijk zij , en bijaldien mogt worden ontdekt , dat san de kist , in dien staat, eenige verandering , zonder toestemming- der administratie , i * töegebragt , za l de molenaar eene boete van f 25 - 00 verbeuren. 17. Wanneer het maalloon in scbepgraan wordt be- taald , zal zulks door den aangever opgegeven , en op bet aceJJnsibiljet aangeteekend worden ; zullende bij* gebreke van dien het maalloon gerekend Worden i n geld voldaan t e zijn , en de overmaat , ui t bet scheppen ontstaande, gestraft worden op den voet hierna art . 19 bepaald. 18. Het maalloon van eeii en dezelfde partij zal i n geen geval gedeeltelijk in geld en gedeeltelijk i n schep- graan kunnen worden voldaan , op verbeartë van ƒ 50-0 0 telkens , ten laste van den molenaar. 19. Het belaste schepgraan o f meel , hetwelk In d e scbepkist gevonden wordt , za l i n verband moeten staan niet de hoeveelheid belastbare granen, welke , tégen het genot van den schep , ter maling op den molen zijo aan- gegeven. All e ondermaat, niet gedekt door een consent-biljet , mitsgaders alle overmaat in de Schepkist ta l worden ge straft met eene boete vah f'05 00 per mud , welke , ten aanzien der overmaat , za l worden berekend naar de boe» veelheid graan , welke gerekend moet worden i n evenre . digheid van de overmaat op het scbepgraan o f meel , zonder bilje t gemalen te zijn . Ben verschi l van niet meer dan één 35ste gedeelte i n ondermaat o f overmaat, za l niet i n aanmerking worden genomen. 20 . In de scbepkist zal elk soort van belastbaar graan o f meel , afzonderlijk moeten gehouden en met geen on - belast graan o f meel vereenigd mogen Worden , op eene boete van vij f en twintig guldens , ten laste van den mo - lenaar. ' at . D e verantwoordelijkheid , b!J het 2de li d van art . 18 der wet op het gemaal , aatt de molenaars opgelegd , voo r derzelver knechts en vodr alle anderen , In bunnen dienst zijnde , o f b() hen inwonende petsonen , wordt , i n zo o verre uitgebreid , dat voorschreven molenaars, over - eenkomstig het bepaalde bij het sde li d van artikel 23a der algemeene wet van den 26 Augustus 1822 {Staatsblad No. 38) , ondanks hunne onbewustheid der daad zelve , de boete verbeuren op de overtreding vastgesteld. 22 . Behalve de schalen en het gewigt Welke de mole - naars verpligt zijn , volgens art. 20 , J I , der wet op het gemaal , t e hebben , zullen zi j tevens o p hunne molens voorzien moeten zijn van de noodige maten , bestaande i n een mud , een schepel en een kop , en zulks op verbeurte der boete , bij het evengemeld artike l 20 , | f , bepaald . 23. D e molens , molenwerven , huizen , schuren , lood - sen , stallen en andere bergplaatsen, door de molenaars en hunne knechts gebruikt , hetzij dezelve voo r di t bun be- drij f o f tot eenig ander einde verstrekken , zijn aan de peiling en visitatie der beambten onderworpen . D e molenaars en bnnne knechts , gelijk mede de eige- naars o f hoofdhuurders der molens , zijn verpligt , den ontvanger van hun ressort opgave te doen van de ligging van alle voorschreven panden o f bergplaatsen , Op ver- beurte eener boete van / 50.0 0 voo r elk nie t aangegeven pand o f bergplaats. 6 6 24 . Het belast gemalen graan en meel , dat door de beambten op o f i n de voorschreven lokalen word t gevon - den , za l gedekt moeten z(jn , door behoorlijk accijns- o f consent-biljet , o f eene boete van / 25.0 0 per mudde , boven de verbeurte van het gevondene gemalen graan o f meel . Geen accijns- o f consent-biljetten , onder dan 14 dagen , zullen , tot dekking van bet gevondene , worden toegela- ten , ten zij de tijd door den ontvanger t[j verlengd . D e boete za l niet worden gevorderd , over eene boe . veelheid van 5 pond o f minder , welke elders dan i n den molen wordt gevonden. 25. Wanneer een molenaar , ter zake van eene over . treding door hem , o f door die personen , voo r welke hi] verantwoordelijk is , begaan, herhaaldelijk mogt zjjn be - keurd , met dit gevolg , dat meer dan één regterljjk von - nis , ter zake der overtreding van de wet op het gemaal , tegen hem mogt zijn uitgesproken , zal de algemeene ad - ministratie bevoegd zijn , den molen , op welken de over - treding is gepleegd , te doen sluiten , en we l uiterlijk; voor den tijd zes maanden. 26*. Behoudens de bepaling , In art . 29 der wet o p het gemaal , omtrent de justificatie en het gebruik van bet meel door de branders , brouwers en azijnmakers , zulle n de stijfselmakers, met Intrekking van de voo r hen be- paalde vrij-biljerren , aan de betaling der belasting o p bet gemaal zijn onderworpen , welk bun echter zal worden teruggeven in eene evenredigheid van den stijfsel , welke doo r hen wordt vervaardigd ; de noodige bepalingen , toe het regelen dezer uitgave , zullen door ons worden ge - maakt. 27 . De consent-biljetten tot bet malen van graan o f mout voor de branderijen o f brouwerijen , zullen voo r alle afzonderlijke hoeveelheden , waarvoor een zege l ge- vorderd wordt , geschreven worden op een zege l van $ cents. 28. D e brood- , beschuit- en koekbakkers en neelver . koopers zullen niet vermogen eenige andere graoe» t e ha- ten maten , dan onbedorven tarwe , spelt en rogge , en ook geen ander brood , beschuit en koek mogen bakken , noch meel hebben o f verkoopen , dan van zuive r gemalen tarwe , spelt o f rogge , o p verbeurte van het gebakken o f ongebakken meel , en eene boete van ƒ 100.00 daaren- boven . Het wordt aan de gemeente-besturen overgelaten , om aan voorschreven brood- , beschuit- o f koekbakkers to e te staan , andere granen te doen malen , en het daarvan gekomen meel te bakken , en aan de meel ver koopers om hetzelve te verkoopen , mits daarvan door het gemeente- bestour , aan den ontvanger en den molenaar , voora f worde kennis gegeven, 29 . D e brood- , beschuit- en koekbakker(Jen , meel ver- kooperyen en verdere gebouwen , bij deze bakkers en meelverkoopers i n gebruk , zijn aan de peiling en visita» tie der beambten onderworpen. D e brood- , beschuit- en koekbakkers , en meelverkoo» (Het vervolg op den kant, van deu k/ad*»)