Tekstweergave van DC_1894-02-27_001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Honderd-zesde
Jaargang.
Telefoonnummer
67.
Dínsdag’
Februari.._
.-.—_..__.‚%_.u_‚:-':„*;rzî.‘;i:î_.-„.
„„-——..
._._‚,
‚Vm
__‚..„_
..-‚
__
‚_____
___
‚,4.
——————\4.—„-
-
..„‚‚‚..._.‚„*_
IlostenrIjk-Hongarija.
EERSTE
BLAD.
nu
minne:
bestaat
uit
2
bladen.
v———
Afzonderlijke
exem
laren
der
■ORDRECHTSC
E
COU-
RA
N
T
zijn
steeds
verkrijgbaar,
tegen
5
cents
per
nummer,
in
het
Sigaren-Magazijn
der
heeren
j’
R.
&.
I.
W.
HULSCHER,
Voorstraat
263,
tegenover
de
Vriezestraat,
en
in
den
Boek-
handel
van‘
A.
J.
STUMPEL.
Voorstraat
over
de
Nieuwbrug.
BUITENLAND.
M
-—
25
Februari.
--
Duitschland.
/
Gisteren
ochtend
reeds
te
9
uur
verscheen
de
Keizer
ten
paleize
van
den
Rijkskanselier,
om
dezen
persoonlijk
geluk
te
wenschen
met
zijn
verjaardag
en
hem
een
kom
en
twee
bo-
kalen
van
groen
glas,
naar
’s
Keizers
eigen
aanwijzingen
vervaardigd
en
versierd
met
de
wapenen
des
Rijke
en
van
de
bondsstaten,
ten
geschenke
aan
te
bieden.
‘Na
a■oop
der
groots
manoeuvres
zal
keizer
Wilhelm
zelf
de
omsingeling
en
verdediging
der
vesting
Thorn
leiden,
bij
welke
gelegenheid
vergelijkende
proeven
zullen
genomen
worden
met
het
gewone
en
het
magazijn-geweer.
In
zijne
tafslreds
bij
gelegenheid
van
het
feestmaal,
hem
door
den
provincialen
Landdag
van
Brandenburg
aangeboden,
wees
de
Keizer
op
de
innige
banden,
welke
het
huis
Hohen-
zullen-n
aan
de
mark
Brandenburg
verbinden,
en
herinnerde
hij
aan
de
belangrijke
diensten,
door
den
Groothsrtog
aan
de
rovincie
bewezen.
waaraan
hij
eenige
geschie
kundige
feiten
uit
de
Nederlsndsche
geschiedenis
betreffende
dan
dood
van
prins
Willcm
van
Oranje
vastknoopte.
Voorts
wees
hij
op
de
diensten,
in
187,64,
1866
en
187,0
door
zijnen
grootvader
bewezen,
en
aan
de
ramp,
welke
het
panterschip
Brandenburg
dezer
dagen
getroffen
heeft.
Het
voorbeeld
der
wakkere
mennen,
die
daarbij
zijn
omgekomen,
hield
hij
den
Landdag
voor
oogen.
De
Keizer
besloot
met
te
drinken
op
het
welzijn
der
pro-
vincie.
De
voorzitter,
de
heer
von
Manteuffel,
bedankte
voor
dien
dronk
en
stelde
een
drie-
werf
hocb
op
den
Keizer
in.
FEUILLETON.
De
woede
der
welgezinde
bevolking
tegen
de
anarchisten
schijnt
thans
een
nieuw
veemgericht
in
het
leven
geroepen
te
hebben.
Het
bestuur
der
Autonomy-olub
te
Londen
heeft
namelijk
een
ongeteekend
schrijven
aan
hars
leden
ont-
vangen,
de
bedreiging
inhoudende
dat
men
de
club
zal
laten
in
de
lucht
s
ringen,
wanneer
in
Engeland
een
anarchistische
ontploffing
mocht
voorkomen.
Aangaande
de
nederlaag,
welke
de
expeditie’
ter
sterkte
van
200
man
van
de
kanonneeï
boeten
Ralaig/i
en
Wídgaori
benevens
eenige
detachementen
inlandsohe
troepen,
afgezoaden
tegen
het
stamhoofd
Fedí
Silah,
om
dezen
te
tuchtigen
we
ens
het
drijven
van
slavenhandel,
in
Westa-Afri
a
zou
hebben
geleden,
heeft
het
bestuur
der
admiraliteit
bericht
ontvangen
van
dan
bevelhebber
van
het
Britsobe
eskader
ter
Westkust,
den
schnut-bij-naclit
Bedford,
mel-
dende
dat
bedoelde
expeditie
op
een
kracht-
dadig
verzet
is
gestuit.
De
dragers
namen
de
vlucht,
waardoor
eene
groote
hoeveelheid
munitie
verloren
ging.
Na
twee
verschanste
dorpen
genomen
en
daar
overnacht
te
hebben,
keerde
de
expeditie,
die
geheel
omsingeld
was,
naar
de
kust
terug.
Drie
officieren
en
10
man
wer-
den
daarbij
gedood,
terwijl
de
aanvoerder
der
expeditie,
kapitein
Gamble,
de
officier
van
ge-
zondheid
en
een
arlelborst,
benevens
40
minde-
ren
gewond
werden.
Een
nader
telegram
uit
Bathurst
meldt
dat
eene
andere
expeditie,
eenige
weken
geleden
tegen
hetzelfde
stamhoofd
afgezondeu,
nog
niet
is
teruggekeerd,
zoodat
men
zich
begint
bezorgd
te
maken
over
haar
lot.
Er
wordt
thans
ecne
nieuwe
expeditie
uitge-
rust
om
de
geleden
nederlaag
te
wreken.
Frankrijk.
De
interpellatie-Jourde,
in
de
Kamerzitting
van
gisteren
ontwikkeld,
leverde
niets
belang-'
rijks
op.
De
ínterpellant
maande
de
regeering
aan
om,
evenzeer
als
men
het
speculeeren
in
granen
veroordeelt,
te
beletten
dat
vreemdelin-
gen
zich
van
de
Parijsche
beurs
bedienen
tei-
bevoordeeling
der
fondsen
van
ons
vijandige
staten.
Hierop
antwoordde
de
minister
van
fi-
nanciën:
Men
beweert
dat
er
schandelijke
za-
ken
hebben
laats
gehad.
Aan
vreemdelingen
zou
geld
ge
eend
zijn
om
hen
in
staat
te
stellen,
met
behulp
der
coulisse
de
financieele
operatiën
van
buitenlanders
te
be
unstigen.
Maar
het
geldt
hier
een
fonds
(het
It
iaansche)
dat
sedert
lang
daalt,
waarin
zich
plotseling
een
rijzing
heeft
voorgedaan,
doch
dat
opnieuw
is
gaan
dalen.
Personen
die
zulke
schuldbrie-
ven
in
bezit
hadden,
ontdeden
er
zich
van
in
weerwil
van
alle
speculatlëu.
Dat
was
hun
recht.
Wat
wil
men
nu?
De
regeering
heeft
GIEDLESTONE
8L
C".
Roman
uit
het
Engelsen
va
A.
CONAN
DOYLE.
i
HOOFDSTUK
XXVIII.
IN
„DE
HAAN
EN
m:
SLscrsLBLouM.”
63)
Á
-
Het
was
al
vrij
donker
toen
Tom
Dimsdale
met
den
"eersten
stuurman
van
de
Zwarte
Arend
de
„Haan
en
de
Sleutelbloem”
gingen
opzoe-
B8B.“
Dit
jeneverpaleis
lag
in
een
eindelooze
"straat,
door
ontelbare
winkels
en
kroegen
om-
zoomd,
waar
groote
verlichte
lantaarns
aan
de
buitenzijde
reclame
maakten.
Talrijk
waren
de
winkels
waar
de
zeelieden
gewoon
waren,
zich
van
het
noodige
te
komen
voorzien;
de
nliejekkers
hingen
droefgeestig
in
den
wind
te
schudden
als
rijen
van
door
ophanging
gestrafte
zeeroovers.
Aan
een
hoek
van
een
steeg
ston-
den
tal
van
mannen
en
vrouwen
te
praten
en
te
lachen
voor
den
ingang
eener
ruime
vestibule.
Hier
gingen
Dinsdale
en
zijn
geleider
naar
binnen.
——
Hierheen!”
riep
Mc
Pherson,
wien
blijk-
baar
deze
uiispanningsplaats
lang
niet
onbekend
was.
Eu
hij
baande
zich
een
weg
door
het
troe
je
dat
zich
voor
de
toonbank
had
verza-
mel
,
langs
de
tafeltjes
waar
de
rumoerige
gas-
ten
zaten
te
drinken,
in
een
atmospheer
zoo
vol
van
de
lucht
van
slechte
jenever
en
slechte
tabak,
dat
Tom
moest
erkennen,
nog
liever
de
geuren
in
te
ademen
in
het
ruim
eener
boot,
„is
dat
een
paar
maanden
gesloten
is
gebleven.
-—
Is
kapithein
Miggs
thuis?”
vroeg
de
stuur-
man
aan
een
dikken-man
met
een
wit
voorschoot
en
een
rood
gezicht,
die
achter
de
toonbank
uw
nde.
.__
u
_
._
Ja,
mijnheer,”
antwoordde
deze.
„Hij
is
op
zijn
kamer,
en
verwacht
u.
Er
is
een
heer
bij
hem,
maar
de
kapitein
zeide
dat
ik
u
toch
maar
boven
moest
laten.
Dezen
kant
op,
hier!”
De
waardige
"kapitein
lag
in
een
schommel-
stoel
uitgestrekt,
met
zijn
voeten
op
den
schoor-
steenmantel
en
een
groot
glas
rum
met
water
binnen
het
bereik
van
zijn
hand.
Aan
den
overkant
lag,
in
een
dergelijken
stoel
en
van
een
zelfde
glas
voorzien,
niemand
anders
dan
onze
oude
kennis,
von
Kaumser.
Als
scheeps-
klerk
in
het
Londensche
huis
eener
Hamburg-
scbe
firma,
had
de
Duitscher
kennis
gezocht
met
tal
van
kapiteins
en
ook
met
Miggs
die,
hoe
opvliegend
ook,
een
gezellig
mensch
was
en
zijn
vrije
uren
gaarne
met
den
Duitscher
door-
bracht.
—
Komt
binnen,
en
schenkt
de
glazen
vol,”
riep
de
kapitein
hartelijk,
nadat
Tom
en
von
Baumser
met
elkaar
in
kennis
gebracht
waren.
„Van
deze
borrels
is
nooit
een
stuiver
inko-
mend
recht
betaald,
en
ze
zijn
er
niet
slechter
om.
Duivels,
Sandy,
een
paar
dagen
geleden
dachten
wij
niet,
hier
zoo
goed
te
zullen
zit-
ten.”
——
Het
is
boven
mijn
verwachting,
mijn-
heer,”
antwoordde
de
stuurman,
een
■inke
teug
nemend.
——
Dat
is
het!
Afschuwelijk
weer,
mijnheer
Dinsdale,
en
de
oude
schuit
zoo
vol
water,
dat
zij
haar
boeg
haast
niet
meer
in
de
hoogte
kan
brengen.
We
hebben
zooveel
stortzeeëu
gehad,
dat
nagenoeg
al
wat
wij
verliezen
konden,
ver-
loren
ging.”
—
Gij
hebt
het
schip
nu
toch
zeker
goed
laten
repareeren?”
vroeg
Tom.
De
kapitein
en
zijn
stuurman
lachten
harte-
lijk
om
die
vraag.
„Dat
zou
niet
gaan,
hè,
Sandy?”
riep
Miggs,
hoofdschuddeud
uit.
„Wij
zouden
ons
scheepsvolk
niet
zoo
sterk
kunnen
besnoeien."
—
Besnoeien!.....
Gij
meent
toch
niet
dat
gij
betaald
wordt
naar
verhouding
van
de
onzee-
waardigheid
van
het
schip?”
—
Het
is
niet
noodig,
er
onder
vrienden
zoo-
veel
doekjes
om
te
winden,”
antwoordde
de
kapitein.
Je
hebt
den
spijker
op
den
kop
ge-
De
regeering
schijnt
nu
toch
besloten
te
heb-
ben,
op
Madagascai-
eenigzins
krachtiger
op
te
treden.
In
den
gisteren
gehouden
ministerraad
is
bepaald,
dat
aan
de
Kamer
een.
crediet
van
een
millioen
gevraagd
zal
worden,
om
de
gar-
nizoenen
van
Diego
Suarez
en
Réunion
te
kun-
nen
versterken.
Ten
gevolge
van
zijn
bekentenissen
in
ver-
band
met
den
aanslag
der
rue
des
Bons—Enfants,
is
de
behandeling
der
zaak
van
den
anarchist
Henry
onbepaald
uitgesteld.
De
politie
zoekt
ijverig
naar
de
medeplichtigen
die
volgens
hare
overtuiging,
Henry
bij
zijn
eersten
aanslag
ge-
holpen
moeten
hebben,
doch
dit
blijkt
een
zeer
moeilijk
werk
te
zijn.
Ook
wordt
overal
de
verblijfplaats
opgespoord
van
zekeren
Leon
Ortiz‚
die
waarschijnlijk
Henry
in
1892
geherbergd
heeft,
en
met
hem
in
betrekking
is
gebleven.
Men
vermoedt
zelfs
dat
Ortiz
den
anarchist
vergezeld
heeft
bij
diens
aanslag
op
het
café-Terminus,
en
dat
hij
het
was,
die
onmiddellijk
na
Henry’s
arrestatie
uit
de
kamer
in
de
villa-Faucheur
de
bommen
medenam,
welke
vermoedelijk
de
jongste
ont-
plofiìngen
veroorzaakt
hebben.
Madame
Calabrésïs
stoffelijk
overschot
is
gisteren
op
staatskosten
ter
aarde
besteld.
De
minister
van
binnenlandsche
zaken
deed
zich
bij
de
begrafenis
vertegenwoordigen
door
zijn
kabinetschef.
Ook
de
prefect
van
politie
en
de
voorzitter
van
den
gemeenteraad
waren
aanwezig.
Bij
een
nieuwe
reeks
huiszoekingen
is
in
de
woning
van
den
anarchist
Sauvas
een
bus
met
een
ontplofîingsmiddel,
zoogenaamd
„poudre
chloratée”
in
beslag
genomen.
De
anarchist
Jean
Grave,
die
in
1892
een
boekje
uitgaf:
„De
stervende
maatschappij
en
de
anarchie"
getiteld,
is
wegens
het
drukken
van
een
opruiend
geschrift
veroordeeld
tot
2
jaar
gevangenisstraf
en
1000
fr.
boete.
Zekere
Mathouiller
is
wegens
het
wederrech-
telijk
in
bezit
zijn
van
ontplofîingsmiddelen
ge-
Ëtraft
met
een
jaar
gevangenisstraf
en
50
frs.
oete.
Bij
den
ingang
van
het
gerechtshof
van
Béthune
is
een
zeer
gevaarlijke
bom
gevonden,
van
het
stelsel
à
renversement
en
die
evenals
bij
de
jong-
ste
aanslagen
te
Parijs,
boven
de
deur
was
be-
vestigd.
De
bom
was
echter
slecht
gefabriceerd,
zoodat
zij
niet
gesprongen
is.
Te
Lyon
heeft
een
ontploffing
plaats
gehad,
en
isänog
een
andere
„bom”
gevonden.
De
ont-
plofiing
bleek
echter
slechts
door
een
busje
met
een
weinig
buskruit
veroorzaakt
te
zijn
en
ook
de
andere
„
aanslag”
was
een
mystificatie.
Ouder
het
tiental
verdachte
voorwerpen,
eer-
gisteren
te
Parijs
gevonden,
was
er
toch
een
die
alle
kenteekenen
draagt,
van
een
ernstig
tikt.
Een
paar
reizen
te
voren
sprak
ik
met
mijnheer
Girdlestone
over
deze
zaak,
en
ik
zei:
geef
het
schip
eens
een
beurt.
Goed
en
wel,
antwoordde
hij,
maar
dat
beteekent
idem
zoo-
veel
minder
loon,
en
evenzoo
bij
den
eersten
stuurman.
-—
Ik
heb
opgespeeld
zooveel
ik
kon,
maar
zonder
dat
het
iets
hielp.
Dus
hebben
Sandy
en
ik
de
hoofden
bij
elkaar
gestoken,
en
uitgemaakt
dat
het
beter
was,
15
pond
’s
maande
te
nemen
met
de
risico,
dan
tot
12
pond
af
te
vallen
met
’n
veilig
schip.”
——
Dat
is
schandelijk!”
riep
Tom
uit,
zich
opwindend.
„Zoo
iets
zou
ik
niet
kunnen
ge-
loovenl”
—-
God
zegen
je,
’t
Gebeurt
elken
dag,
en
het
zal
gebeuren
zoolang
er
assurantiepenningen
uit
te
halen
zijn,”
zei
Miggs,
een
blauwen
rook-
wolk
naar
de
zoldering
blazeud.
„Het
is
im-
mers
zoo
gemakkelijk
eenige
duizenden
’sjaars
te
maken
door
oude
schepen
te
koopen
en
die
boven
de
waarde
te
laten
verzekeren.
Dazir
had
je
d’Ai'cy
Campbell,
van
de
Sílvertozun.
—
Wat
een
pro■jt
maakte
die
man!
Hij
was
handig,
verduiveld
handig.
Zijn
specialiteit
was:
aanvaringen;
en
hij
had
er
slag
van.
Er
ging
geen
schipper
Liverpool
uit
die
zich
zoo
natuur-
lijk
in
den
grond
kon
laten
boren
als
hij.”
—
In
den
grond
laten
boren?"
——
Wel
ja.
Hij
ging
maar
laveeren
en
wat
ronddr■ven
in
het
kanaal
als
het
zwaar
mistte;
en
hield
aan
op
de
lichten
van
ieder
stoom-
schip
of
lichtschip
dat
hij
kon
bemerken
en
in
de
richting
van
alle
mistsignalen
die
er
te
hooren
waren.
Vroeg
of
laat,
zoo
zeker
als
het
noodlot,
kreeg
hij
een
gat
in
de
waterlijn.
’t
Was
heel
mooi
spel.
Een
halve
kolom
druks
in
de
kranten,
over
zijn
heldhaftig
gedrag,
en
misschien
een
hoofdartikel
over
bovennatuurlijk
gelukkige
redding
van
schipbreukelingen.
Eens
heeft
men
waarachtig
een
inschrijving
voor
hem
geopend,
ha,
ha!”.
.
.
En
Miggs
lachte
dat
hij
schudde.
—
En
hoe
is
het
met
dien
kapitein
afgeloo-
pen?”
vroeg
de
Duitscher.
-—
Hij
is
nog
altijd
fiksch
en
gezond.
Tegen-
wonrdig
is
hij
gezagvoerder
van
een
passagiers-
De
Kamer
zette
gisteren
de
beraadslaging
over
de
interpellatiën
voort.
De
heer
Bonajuto
protesteerde
tegen
het
arresteeren
van
den
Siciliaansche
afgevaardigde
De
Felice.
De
regeering
heeft
het
zoogenaamd
opruien
van
het
volk
door
eenige
politieke
per-
sonen
en
door
de
Fascí
eenvoudig
als
voorwend-
sel
gebezigd
om
sterke
repressieve
maatregelen
te
kunnen
nemen.
Door
den
heer
Imbriani
werd
in
verband
met
de
afkondiging
van
den
staat
van
beleg,
vooral
het
optreden
der
krijgsraden
ten
sterkste
gegis
t.
Spr.
beschuldigde
de
regeering,
de
gron
wet
geschonden
te
hebben.
Hierop
ant-
woordde
de
heer
Crispi,
onder
toejnichingender
vergadering,
dat
er
buiten
de
bestaande
maat-
schappelijke
instellingen
slechts
De
eerste
burgemeester
van
Weenen,
dr.
Prix,
aanvoerder
der
liberale
partij‘
in
den
gemeente-
raad,
is
heden
avond
plotseling
overleden.
Groot-Brittanniä.
het
coulisse—stelsel
niet
erkend,
doch
kan
het
niet
verbieden.
Het
staat
aan
de
voornaamste
be-
langhebbenden:
de
kassiers
en
bankiers,
deze
zaak,
indien
het
liun
lust,
voor
de
rechtbank
te
brengen.
Het
incident
was
daarmede
gesloten.
karakter
te
zijn.
Het_
is
een
blikken
bus,
in
PÜPIGI‘
gepakt
en
voorzien
van
een
lont
die
ge-
ïand
had
;
de
machine
‘was
in
de
rue
des
Blanc-
hanteaux
neergezet
bij‘
een
gasmeter,
Men
eeft
de
bus
nog
niet
durven
verwijderen;
de
omtrek
wordt
door
agenten
afgezet.
_De
prefectuur
van
politiebeett
gisteren
op-
nieuw
huiszoekingen
doen
instellen,
bij
anar-
chisten
‘van
Italiaansche
afkomst.
Dientengeâ
volge
zijn
twee
lieden,
zekere
Cappone,
en
iemand
die
weigert
zijn
naam
te
zeggen,
in
hechtenis
genomen.
Telkens
worden
nog
„bommen”
gevonden,
l
maar
de
meeste
blijken
door
het
bekende
soort
van
grappenmakers
te
zijn
neergelegd.
Een
dergelijk
werktuig,
in
de
rue
Saint-Sauveur
ge-
vonden,
droeg
het
opschrift:
„Leve
Ravacholi
Weg
met
de
bourgeois!”
--
hetgeen
natuurlijk
4
algemeene
ontsteltenis
teweegbi-acht.
Een
afgevaardigde
—-
een
radicaal
nog
wel
—
zal
bij
de
Kamer
een
wetsontwerp
indienen
'
waarbij
het
openbaarmakcn
der
feiten
die
in
den
loop
der
instructie
van
anarchistische
zaken
aan
het
licht
komen,
en
van
de
namen
der
juryleden,
ter
beoordeeling
van
dergelijke
mis-
drijven
aangewezen,
verboden
wordt.
Het
doel
‘
daarmede
is
natuurlijk:
het
geredeneer
over
de
anarchisten
belangrijk
te
verminderen,
en
aan
die
„mannen
van
de
daad”
voor
een
niet
ge-
ring
deel
hun
martelaarschap
te
ontnemen.
ltalië.
twee
zaken
«
liggen:
de
anarchie
en
het
despotisme.
Vóór‘
alles
moet
de
maatschappij
dus-verdedigd
wor-
den
tegen
deze
heide
vijanden.
Nadat
ook
nog
de
afgevaardigde
Altobelli
zijn
interpellatie
ontwikkeld
had,
werd
de
ver-
A
dere
beraadslaging
over
dit
onderwerp
.
ver-
daagd.
u
Het
gerucht
wint
veld
dat
wanneer
de
tegen-
V
woordige
financieele
plannen
der
regeering
niet
door
de
Kamer
worden
goedgekeurd,
(loze
nog
-
niet
zal
ontbonden
worden,
doch
een
wijziging
in
het
ministerie
zal
worden
beproefd.
Eerst
wanneer
het
parlement
ook
met
zulk
een
ge-
wijzigd
plan
niet
ingenomen
bleek
te
zijn,
zou
„
onherroepelijk
Kamer-ontbinding
volgen.
boot
graag
met
hem
meêvaren
——
Potztauzend!”
riep
Baumser.
„Ik
zou
niet
j
j”
—
’t
Wordt
op
allerlei
manieren
gedaan,
mijnheer,”
voegde
de
stuurman
er
bij,
zijn
glas
volschenkend,
en
de
■esch
naar
den
kapi-
tein
schuivend.
II’t
Gebeurt
ook
door
een
oud
schip
vol
te
laden
met
graan,
zonder
op
de
vak-
ken
en
de
ventilatie
te
letten.
Als
gij
een
beetje
water
binnen
krijgt,
zooals
natuurlijk
met
zulk
een
schip
gebeurt,
zal
het
graan
gaan
zwel-
len
tot
alle
naden
openbarsten,
en
de
schuit
gaat
naar
den
kelder.
Dan
het
ontbranden
van
steenkolen
aan
boord
van
de
stoombooten.
Dat
is
een
heel
veilige
methode,
want
niemand
kan
iets
bewijzen.
En
dan
het
onklaar
worden
van
schroefassen.
Als
een
schroefas
zijn
dienst
wei-
gert
bij
zwaar
weer‚
ziet
het
er
leelijk
uit
voor
de
boot.
1k
weet
schepen
die
het
dok
verlaten
hebben
met
een
half
doorgezaagden
as!
Goede
hemel,
er
zijn
zooveel
uitvluchten
en
slimmig-
heden
in
den
lianeell”
—-—
Maar
ik
kan
toch
niet
gelooven,”
zei
Tom,
„dat
mijnheer
Girdlestone
aan
zulke
dingen
mac-
doet.”
—
Och,
hij
neemt
een
afwachtende
houding
aan,”
antwoordde
de
zeeman.
„Hij
zendt
zijn
schepen
niet
naar
den
kelder,
maar
hij
stuurt
ze
telkens
weer
uit,
en
verhoogt
zijn
assurantie,
en
bouwt
dan
op
de
Voorzienìgheid.
Hij
heeft
op
die
manier
aardige
buitenkansjes
gehad;
of-
schoon
in
den
laatsten
tijd
niet
meer,
Daar
had
je
de
Belínda
bij
Kaap
Palmas.
Vijf
dui-
zend
pond
schoentjes
gewonnen!
En
de
Sokatoo
—-—
maar
dat
was
leelijk.
Er
is
nooit
meer
iets
van
gehoord
en
van
het
volk
evenmin.
Ze
is
op
zee
gebleven
zonder
een
spoor
achter
te
laten.
—
Het
scheepsvolk
ook
?”
riep
Tom
met
af-
schuw.
„Maar
hoe
durft
gijzelf
dan
uitgaan,
als
dat
alles
waar
is
P”
—
Wij
worden
betaald
voor
de
risico,”
zeiden
de
zeelieden,
tegelijk
hun
schouders
ophalend.
(Wordt
vervolgd.)