Tekstweergave van DC_1900-10-24_006

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
tìtnzkre. Íeiîz: (rit "zijs. ‘zsiiie oixrîgeià. niet te worden geregeld; in dit opzicht heeft het huwelijk voor de persoon van den echtge- noot geen gevolgen. Ook een bizondere wet ter vaststelling van de burgerrechtelijke gevolgen van het huwelijk is onnoodig. De vorige regeering legde een uit- drukkelijke verklaring in dien zin af, en het feit dat de tegenwoordige nooit aanstalten heeft gemaakt om een wettelijke regeling voor te stellen, bewijst dat zij dit inzicht deelt. Had men een bizondere regeling gewild, dan had zij moeten geschieden in den vorm eener alge- meene wet, voordat de schijn kon ontstaan, dat zij met het oog op een bepaald persoon werd gemaakt. Nu die wet niet bestaat, is het dui- delijk, dat de Koningin en haar Gemaal aan ’t gemeene recht zijn onderworpen, natuurlijk met dien verstande, dat waar het privaatrecht in botsing zou komen met de eischen van de pu- bliekrechtelijke positie der Koningin, het publieke recht voorgaat. Men denke hierbij o. a. aan de verplichting der vrouw om den man overal te volgen, waar hij dienstig oordeelt zijn ver- blijf te houden. Juist omdat het vanzelf spreekt dat bepalingen van het B. W.‚ die niet strooken met de eischen van het Koninklijk gezag, moe- ten wijken, is een bizondere wettelijke regeling onnoodig. Ware het anders, het had gelegen op den weg van den grondwetgever, om, even- als ten aanzien van de Koninklijke meerderja- righeid en de voogdij over den minderjarigen Koning, een bizondere regeling vast te stellen of voor te schrijven. De huiszoeking. In het Alg. Hbl. kwam mr. Caroli op tegen de door de justitie bij de ■rma Rosenfeld, te Amsterdam gedane huiszoeking, welke hij zelfs eene ergelìjke wetsschennis noemt, waartegen in het algemeen belang moest worden opge- komen. Mr. G. Kirberger schrijft naar aanleiding daarvan in het Hbl. o. a.: De heer C. zegt, dat vaststaat, dat onze artikelen 110 en 111 Straf- vordering niet geschreven zijn om een buiten- landsche regeering een dienst te bewijzen, maar alleen om, der Nederlandsche justitie haar taak te vergemakkelijken bij een vervolging in Nederland. Indien men alleen op de artikelen 110 vlg. let, is dit volkomen juist, maar het zal toch den heer C. niet onbekend zijn, dat er tusschen Nederland en Oostenrijk-Hongarije op 24 November 1880 een traktaat (te vinden in het Staatsblad 1881 n°. 43) is gesloten, waarvan art. 11 alinea 1 luidt: „Wanneer bij vervolging van een strafzaak, eene der kon- trakteerende regeeringen het hooren van getui- gen, die zich op het grondgebied der andere partij bevinden, of eenige andere akte van instruktie noodig oordeelt, zal daartoe eene rogatoire kommissie langs diplomatieken weg gezonden en zal daaraan gevolg gegeven wor- den, met inachtneming der wetten van het land, waar het getuigenverhoor of de instruktie zal moeten plaats hebben”. Nu ligt het voor de hand. dat de ten deze bedoelde „akte van instruktie” heeft plaats gehad krachtens dit artikel met inachtneming der artikelen 110 vlg. Strafvordering. Is deze veronderstelling juist, dan is er van wetsschen- nis geen sprake. Het Hbl. zelf schrijft o. m.: Inderdaad heeft het onderzoek in het kantoor van de firma M. L. Rosenfeld plaats gegrepen krachtens verlof door de rechtbank te Amster- dam verleend ter voldoening aan eene haar, spoedshalve rechtstreeks, gezonden zoogenaamde ‚‚rogatoire kommissie” van den bevoegden rech- ter te Budapest, houdende het gemotiveerd ver- zoek om, in verband met eene aldaar aanhan- gige strafzaak, voormelde huiszoeking met papieronderzoek en inbeslagneming van nader omschreven stukken te doen geschieden. De te Budapest aanhangige strafzaak geldt het misdrijf van art. 479 van het Hongaarsche strafwetboek, waarbij openbare ambte- naren strafbaar worden gesteld wegens op- zettelijke, ten nadeele van den Staat of van bizondere personen gepleegde openbaring van ambtsgeheimen of van stukken in die betrekking onder geheimhouding verkregen. Volgens het uitdrukkelijk voorschrift der Wet (art. 112 W. v. Str.) moet elke huiszoeking door den rechter-kommissaris in tegenwoordigheid van het Openbaar Ministerie geschieden. Daar- om vergezelde de ofïicier van justitie den fun- geerenden rechter-kommissaris bij de bedoelde huiszoeking, welke overigens uit den aard der zaak aan zijne ambtelijke bemoeiïng geheel vreemd bleef. In de heden te Keulen gehouden samenkomst der vereenigde kontinentale stoomvaartlijnen is besloten de passageprijzen 2e en 3e klasse vrij belangrijk te verhoogen. Uit Amsterdam wordt medegedeeld, dat H. M. de Koningin en prins Hendrik van Mecklemburg zeer waarschijnlijk spoedig een bezoek aan de hoofdstad zullen brengen. Er worden reeds eenige vertrekken in het paleis aldaar daarvoor in gereedheid gebracht. lfallltaaementen. Uit de Ned. Staatscourant van 23 Okt. 18 Okt. Harm Breider jr., koopman, Dordtsche Brug, gemeente Emmen. " 19 M’. A‘. v. ‘t Hof en J‘. J‘. v. ’t Hof, onder den naam Gezusters van ’t Hof, een winkel houdende in koloniale waren enz., Zieriksee. 19 19 19 20 Ignatius Fangman, manufakturier, Ter Aar. . M. ‘Cohen, slager, Groningen. C. den Dekker, arbeider, Andel. H. A. de Boer, hotel- en kafeehouder, Maassluis. Geëindigd zijn de faillissementen van: J. D. van Nieuwenhuize te Rotterdam: C. H. A. Lemmers en D. Stolker, ‘beiden bakkers t? Alkmaar.‘ Post en telegraaf i _ _ ‘Y GnMEahD MEU W S. Te ’s—Gravenhage is overleden de heer J. W König, oud—direkteur van het postkantoor aldaar school en Kerk. De heer G. M. van Woerkom, hoofd der 1e openbare school te Nieuw-Beierland, her- denkt den 1 November den dag, waarop hij voor 25 jaar zijne betrekking aanvaardde. Het examen in de vrije- en ordeoefeningen der gymnastiek is te Rotterdam met goed ge- volg afgelegd door de dames: B. Kleinenberg, van Piershil: J. v. Tongeren, van Wijngaarden; C. W. Matthijs, van Giesendam. Kunst en wetenschap. Door mevrouw de weduwe dr. W. F. R. Suringar, geb. Valckenier, is aan ’s Rijks her- barium te Leiden ten geschenke aangeboden een gedeelte van de wetenschappelijke nalaten- schap van wijlen haren echtgenoot, hoogleeraar aan de Rijks-universiteit te Leiden. Het ge- schenk bestaat uit: I. West-Indische Algen (7 portefeuilles). II. Japansche en Chineesche Algen, in porte- feuilles, pakketten enz., benevens aanteekeningen. III. Australische Algen (2 pakketten). IV. Een pakket teekeningen. V. De korrespondentie betrekking hebbende op het herbarium van C. Koch. VI. Een doos met diversen. VlI. Planten door den hoogleeraar Suringar in West—Indië verzameld (p.m. 120 pakketten). VIII. Het herbarium van Koch (136 porte- fenilles). IX. Een kollektie planten, teekeningen, noti- ties enz., uit de nalatenschap van dr. R. R. van den Bosch (met uitzondering echter van eventueel daarbij gevoegde planten Trangneville). (Hymenophyllaceae). X. Een groote kist ongesorteerd materiaal van zeealgen, uit Australië. Aan de schenkster is daarvoor de dank der regeering betuigd. Bedmaten. Het bericht, dat de heer mr. E. Oosting voor- nemens zou zijn ontslag te vragen als vice- president der mr.-rechtbank te Assen, is volgens de Ass. Ot. volkomen onjuist. Personeele belasting. Voor den Hoogen Raad is gepleit voor den minister van ■nanciën, rekwirant van kassatie tegen twee vonnissen .der Utrechtsche rechtbank, waarbij de vervolgden waren ontslagen van alle rechtsvervolging ter zake van overtreding der wet op de Personeele Belasting, daar zij geen aangifte hadden gedaan van zich in hun huis bevindende gaskachels. De rechtbank had over- wogen, dat de verdediging van beklaagden, dat de verbrandingsprodukten van deze gaskachels zich niet door den schoorsteen in de buitenlucht, doch door den, van boven afgesloten schoorsteen op den zolder ontlasten, [gegrond was met het oog op art. 14 der Wet op de personeele belas- ting, bepalende: toestellen, die gebruikt wor- den zonder afvoer in een schoorsteen of in de open lucht worden niet belast. De rechter leidde hieruit af, dat alleen dan belasting verschul- digd is, wanneer de verbrandings-produkten zich ontlasten in de open lucht, hetzij direkt, hetzij door een schoorsteen. Jhr. mr. E. N. de Brauw voor den minister optredende, deelde mede, dat zich hier ’t merkwaardig verschijnsel voordeed, dat een strafvervolging plaats had op verzoek van den vervolgde. Pl. bestreed de meening van den o■ic. van justitie, dat volgens ’t spraakge- bruik een schoorsteen zou zijn een pijp, of ge- metselde buis, dienende om door verbinding met de buitenlucht den trek te onderhouden. Z. i. bleef een afgesloten schoorsteen ’t karakter van schoorsteen behouden; bovendien, een schoor- steen, die een uitmonding heeft op den zolder, bevordert toch ook den trek. Door te spreken van „afvoer in een schoorsteen of in de open lucht” erkent de wetgever een verschil tusschen beide, terwijl ook de geschiedenis der wet be- wijst, dat men ook toestellen met afvoer door een schoorsteen buiten ’t vertrek, zij ’t niet naar de buitenlucht, belastingplichtig heeft willen stellen. Voor de gerekwireerden trad op mr. R. A. Vogelsang, advokaat te Utrecht, die o. m. met een beroep op de vroegere wet, betoogde, dat de wetgever van 1896 slechts heeft willen beletten, dat gaskachels, die door een klein afvoerpijpje direkt met de buitenlucht in verbinding stonden, onbelastbaar waren. Bovendien, welk verschil maakt het, of men door een pijpje de verbran- dingsprodukten naar den zolder afvoert of door een dichtgemetselden schoorsteen? Na re- en dupliek werd de konklusie van ’t O. M. op 6 November bepaald. Voor den Hoogen Raad werd heden behan- deld het kassatieberoep van een landbouwer in Noord-Brabant, door het gerechtshof te ’s-Her- togenbosch veroordeeld tot f 0.50 boete wegens het als belastingplichtige voor de belasting op Èaarden enz., ten behoeve der provincie Noord- rabant niet onverwijld aangifte doen dat een door hem gehouden paard, aangegeven in de eerste kategorie, ten gevolge van veranderd ge- bruik in eene hoogere kategorie behoort. Voor rekwirant trad op jhr. mr. W. M. de Brauw, die betoogde dat hier geen verande- ring in het gebruik van het paard was gebracht, daar het dier gelijk ook niet werd tegenge- sproken -—- wel éénmaal, bij wijze van proef, had geloopen voor een wagen met veeren tot vervoer van personen; maar hiervoor z. i. niet weîrd Jppgeheven het uitsluitend gebezigd worden voor den landbouw‘ (eerste kategorie). Het O. M. zal 5 Nov.‘ a. s.) konklusie nemen. Een Italiaansehe Dreyfus. Te Napels is zekere Francesco Crea aangeko- men, geen man van 76 jaar, die 33 jaren in drie bagnos had doorgebracht en dit onschuldig. Nu de straf waartoe hij veroordeeld werd onder- gaan was, heeft de ware dader zich bekend gemaakt. Zonderling testament. . Zekere lìertholon te Gisors (Frankrijk) heeft den gasthuizen te Lyon 800,000 frs. vermaakt, onder voorwaarde, dat op zijn landgoed een toren_ van 100 meter, met elevator, zal worden opgericht. Men is nogal verlegen met het geval. I n b r e k e r s. Gisternacht is er te Amsterdam inbraak ge- pleegd in het onderhuis van perceel 281 op de Heerengracht waar de heer J. H. v. Wijk zijn wijnzaak gevestigd heeft. Door forceering van het slot van de buiten- deur, hetgeen in dit geval gemakkelijk ging, kwamen de dieven binnen. Twee manden met leege ■esschen werden uitgepakt en gevuld met een vijftigtal volle ■esschen wijn en champagne In 1de brandkast werd gesnu■eld, maar geld is er niet vermist. Van een lessenaar werd het slot afgebroken. De heer v. Wijk had geen geld of papier achtergelaten. Reeds tweemaal werd hij met zoo’n bezoek vereerd, en had genoeg leergeld betaald. De inbrekers, drie in getal, hadden een kar bij zich. Op deze kar werden de manden gela- den, en toen zij vertrekken wilden, werden twee van hen gearresteerd door eenige agenten, die gewaarschuwd waren door een jongman, die in de buurt liep, juist toen zij de manden Oplaadden. De derde misdadiger ontsnapte. De gearresteerden zijn beiden goede bekenden bij de justitie. Zij zijn in voorloopige bewaring in de Pietershal. Wegwedstrijden. Omtrent het treurige ongeluk, dat Zondag bij de wedstrijden, door den Gelderschen Wieler- bond op den Amsterdamschen weg te Arnhem gehouden, een jong meisje overkwam, wordt nader gemeld: De wedstrijden, die heel wat menschenfop de been hadden gebracht, waren in vollen gang. De - rijders in den 5 KM. wedstrijd werden elk nogenblik terugverwacht aan de start bij kafee Wielerrust; het sein van aankomst was reeds gegeven. Marechassees en politie-agenten had- den op dit zeer drukke punt gezorgd, dat de weg vrij was, toen plotseling een juffrouw uit het publiek volgens sommigen ondanks de waarschuwingen der marechaussees, volgens anderen,.omdat de juffrouw, bang werd voor het paard van een marechassee den weg wilde oversteken. Op hetzelfde oogenblik kwamen van de hel- ling even voorbij Wielerrust een drietal renners in pijlsnelle vaart aanzetten. De juffrouw was nauwelijks op het midden van den den weg of zij werd door een der wielrijders tegen den grond gereden, het rijwiel ging haar over het hoofd, de rijder zelf deed een geduchten val; zijn rijwiel was geheel in elkaar natuurlijk. De ju■rouw, de 21-jarige J. S., was op levens- gevaarlijke wijze gewond. Zij werd in het kafee binnengedragen, waar geneeskundige hulp werd verleend. Korten tijd daarop echter overleed zij. Aan wie de schuld van het gebeurde? Op deze vraag is het, waar behoorlijke veilig- heidsmaatregelen waren genomen, niet mogelijk een ander antwoord te geven, dan: aan de over- ledene zelve. Anders echter moet het antwoord luiden op de vraag: biedt de Amsterdamsche straatweg bij dergelijke wedstrijden op dit punt voldoende waarborgen, voor de publieke veiligheid? Het komt de N. Arníz. Ot. voor dat moeilijk een ongunstiger terrein te vinden zou zijn. Spoorwegongeluk. Te Boksmeer liep gisteravond bij het binnen- komen de personentrein 392 uit Venloo door een verkeerden wisselstand op het zoogenaamde doode spoor en botste daardoor tegen het stoot- blok, waardoor de machine en 2 wagens deer- lijk werden beschadigd, en de machine de reis niet verder kon vervolgen. Na uit Nijmegen van een andere lokomotief te zijn voorzien, kon de trein met 1a} uur ver- traging de reis voortzetten. Persoonlijke onge- lukken hadden niet plaats. De sekretaris van Dickens. In een hospitaal voor onbemiddelden in een der voorsteden van Londen is de afgeloopen week Georg Dolby gestorven, die sekretaris en zaak- waarnemer van Charles Dickens geweest is. Een treurig feit is dat deze man zijn eigen ondergang en dood bewerkt heeft, want sedert eenige jaren heeft hij dronken in Londen rond- gezworven en voor een dag of veertien kwam hij zonder een penny in het hospitaal. Hij heeft eenzoon te Parijs, die kunstenaar is en nu door zijns vaders dood 3000 pd. st. krijgt van een levensverzekering. Als oorzaak van den dood werd opgegeven bronchitis en zelfverwaarloozing. i Dolby heeft over zijn samenwerken met Dickens een boek geschreven, dat echter niet veel waarde heeft, omdat het geen onbekende bizonderheden uit het leven van den beroemden schrijver bekend maakt- Maar in Dickens’ brie- ven wordt vaak over Dolby gesproken, Het was Dolby, die voor al de voorlezingen van Dickens zorgde en op wiens hoofd alle ver- wijtingen neerlrwamen, als het publiek geen plaatsen meer kon krijgen. Te Dublin moest hij overal stoelen in de zaal laten zetten, zelfs op het podium. Te Liverpool moesten 3000 menschen teruggestuurd worden en zij maakten. er Dolby een verwijt-van, dat hij geen grootere zaal genomen had. « . . Het was Dolby, die met Dickens zat te raten op de lange reizen in den trein; en hij recht ’s avonds de volle geldzakken aan den voor- drager. Soms mishandelde het enthousiaste publiek den armen impressario zoo, dat hij met inge- deukten hoed en verscheurde kleeren verscheen. Maar zijn troost was dat hij elken avond zijn meester 70 pd. st. winst kan voorleggen. Het was Dolby, die Dickens meenam naar zee, als hij uitgeput was van zijn reizen en lezin- gen houden. Hij wist hem met sterke dranken en oesters in staat te maken te doen wat zoo groote kracht en inspanning vereischte. Het was Dolby, die den raad gaf voor de tournée in Amerika, die beschouwd wordt als de oorzaak van Dickens’ dood. Forster en Wills, zijn twee beste vrienden, waren er tegen, omdat Dickens niet sterk genoeg was. Toen werd Dolby naar Amerika op verkenning uitgezon- den, hij wilde liever zonder ondernemer werken om meer te verdienen. Dolby kwam terug en was verrukt over Amerika. De tournee deed de Amerikanen overal in geestdrift geraken, vulde Dickens’ zakken met dollars, maar doodde hem ten slotte. Het was Dolby, die toen nog voor alles zorgde, entreekaarten verkocht, de redakteurs van kranten bezocht en met hen praatte. Hij bracht toen wekelijks zijn meester 1300 pd. st. thuis. Maar daarvoor moest hij ook door alle kranten laten vertellen, dat hij elken avond dronken thuis kwam. Soms wachtte het publiek een geheelen nacht op straat tot de deuren opengingen, en als Dolby verscheen met de kaarten, dan werd hij aangevallen; eens werd ’s nachts voor de warmte een vuurtje aangelegd. Dolby moest altijd letten op de gezondheid van zijn meester. Eens was Dickens, juist op zijn verjaardag, ziek en had geen stem. ’s Avonds bij zijn lezing, was hij echter als door een wonder genezen. Door opwinding had hij zijn stem terug. Bij de voordrachten van Dickens zat Dolby altijd als een waakhond naast hem en lette op al zijn bewegingen. Van de Amerikaansche reis hield hij 3000 pd. st. winst over. Dickens zelf had 20.000 pd. st. gemaakt boven de onkosten, die 14.000 pd. st. bedroegen. Staten-Generaal. TWEEDE Kuren. Vergadering van heden. Vervolg van het verslag in ons Middagblad. Kieswet. De heer Bouman motiveerde zijn stem tegen het amendement, dat z. i. onbillijkheid schept tegenover andere dan woningkiezers. Het amendement De Boer c.s. werd v e r w o r- p en met 51 tegen 25 stemmen. Een door den heer Van Raalte toegelicht amendement-De Boer c. s. om voor de woning- kiezers de tabel van de huurprijzen met 20 pCt. te verlagen, vond ernstige bestrijding bij den Minister, die echter minder bezwaren had tegen een amendement-Houwing c. s, dat ten behoeve van kleine landbouwers een ruimer begrip van huurwaarde beoogde. Eerstbedoeld amendement werd verwor- pen met 52 tegen 31 stemmen, terwijl het amendement-Houwíng c. s. werd aangeno- men met 75 tegen 8 stemmen. De heer Troelstra lichtte daarna een amende- ment toe, strekkende om ook de kiesbevoegd- heid te verleenen aan 1°. het lidmaatschap van een Kamer van Arbeid en,aan het lidmaatschap van het bestuur eener erkende werklieden-vak- vereeniâing, en 2°. het kiesrecht ook toe te kennen aan hen, die meer dan 3 achtereen- volgende keeren op de kiezerslijst geplaatst zijn geweest. De heer De Visser bestreed het amendement wegens de daaruit voortspruitende onrechtvaar- digheden jegens bepaalde kategorieën van werk- lieden. De Minister had minder bezwaar tegen sub 1 van het amendement dan tegen het 2e onder- ‘deel. De heer Schaepmman had geen bezwaar tegen het eerste deel, mits gesproken wordt van erkende werklieden-vereenigingen. De heer Harte daarentegen bestreed het ge- heele amendement. Na eenig debat werd het amendement- Troelstra. c. s. gesplitst in stemming gebracht; het eerste gedeelte werd v e r w o r p e n met 52 tegen 30 stemmen; het tweede gedeelte werd daarna door de voorstellers i n g et ro k k en. Op verzoek van den heer Bink werd door den Minister in art. 1 opgenomen dat kiesgereohtigd- heid ook wordt toegekend aan houders van boekjes van door stichtingen beheerde spaar- banken. Het geheele art. 1 werd daarna aan- genomen met 69 tegen 13 stemmen, Bij art. 2 kwamen in bespreking 3 amende- menten van de heeren Troelstra c. 3.: 1°. Om te bepalen dat, indien de aard der werkzaamheden in een bedrijf, medebrengt dat zij in den regel een gedeelte van het jaar niet worden uitgeoefend, ter berekening van den tijd gedurende welken iemand in dienstbetrekking is geweest, de tijd wordt medegeteld gedurende welken de werkzaamheden waarvoor hij in dienst is, hebben stil gestaan, ook indien ge- durende dien tijd de dienstbetrekking tijdelijk was opgeheven. 2°. Om te bepalen dat behalve bij ziekte, verwonding of werkloosheid, ook bij werksta- king, het niet ten volle ontvangen loon als normale bedrag isaan te nemen voor plaatsing op de kiezerslijst. 3°. Om voor het beoordeelen van kiesbe- voegdheid eventueele ongevallenrente tot een bedrag van het volle loon van den getrio■ene in rekening te brengen. _ Tegen-amendementen 1 en 3 had de Minister minder bezwaar dan tegen het 2e amendement. Morgen voortzetting.