Tekstweergave van DC_1900-10-24_006
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
tìtnzkre.
Íeiîz:
(rit
"zijs.
‘zsiiie
oixrîgeià.
niet
te
worden
geregeld;
in
dit
opzicht
heeft
het
huwelijk
voor
de
persoon
van
den
echtge-
noot
geen
gevolgen.
Ook
een
bizondere
wet
ter
vaststelling
van
de
burgerrechtelijke
gevolgen
van
het
huwelijk
is
onnoodig.
De
vorige
regeering
legde
een
uit-
drukkelijke
verklaring
in
dien
zin
af,
en
het
feit
dat
de
tegenwoordige
nooit
aanstalten
heeft
gemaakt
om
een
wettelijke
regeling
voor
te
stellen,
bewijst
dat
zij
dit
inzicht
deelt.
Had
men
een
bizondere
regeling
gewild,
dan
had
zij
moeten
geschieden
in
den
vorm
eener
alge-
meene
wet,
voordat
de
schijn
kon
ontstaan,
dat
zij
met
het
oog
op
een
bepaald
persoon
werd
gemaakt.
Nu
die
wet
niet
bestaat,
is
het
dui-
delijk,
dat
de
Koningin
en
haar
Gemaal
aan
’t
gemeene
recht
zijn
onderworpen,
natuurlijk
met
dien
verstande,
dat
waar
het
privaatrecht
in
botsing
zou
komen
met
de
eischen
van
de
pu-
bliekrechtelijke
positie
der
Koningin,
het
publieke
recht
voorgaat.
Men
denke
hierbij
o.
a.
aan
de
verplichting
der
vrouw
om
den
man
overal
te
volgen,
waar
hij
dienstig
oordeelt
zijn
ver-
blijf
te
houden.
Juist
omdat
het
vanzelf
spreekt
dat
bepalingen
van
het
B.
W.‚
die
niet
strooken
met
de
eischen
van
het
Koninklijk
gezag,
moe-
ten
wijken,
is
een
bizondere
wettelijke
regeling
onnoodig.
Ware
het
anders,
het
had
gelegen
op
den
weg
van
den
grondwetgever,
om,
even-
als
ten
aanzien
van
de
Koninklijke
meerderja-
righeid
en
de
voogdij
over
den
minderjarigen
Koning,
een
bizondere
regeling
vast
te
stellen
of
voor
te
schrijven.
De
huiszoeking.
In
het
Alg.
Hbl.
kwam
mr.
Caroli
op
tegen
de
door
de
justitie
bij
de
■rma
Rosenfeld,
te
Amsterdam
gedane
huiszoeking,
welke
hij
zelfs
eene
ergelìjke
wetsschennis
noemt,
waartegen
in
het
algemeen
belang
moest
worden
opge-
komen.
Mr.
G.
Kirberger
schrijft
naar
aanleiding
daarvan
in
het
Hbl.
o.
a.:
De
heer
C.
zegt,
dat
vaststaat,
dat
onze
artikelen
110
en
111
Straf-
vordering
niet
geschreven
zijn
om
een
buiten-
landsche
regeering
een
dienst
te
bewijzen,
maar
alleen
om,
der
Nederlandsche
justitie
haar
taak
te
vergemakkelijken
bij
een
vervolging
in
Nederland.
Indien
men
alleen
op
de
artikelen
110
vlg.
let,
is
dit
volkomen
juist,
maar
het
zal
toch
den
heer
C.
niet
onbekend
zijn,
dat
er
tusschen
Nederland
en
Oostenrijk-Hongarije
op
24
November
1880
een
traktaat
(te
vinden
in
het
Staatsblad
1881
n°.
43)
is
gesloten,
waarvan
art.
11
alinea
1
luidt:
„Wanneer
bij
vervolging
van
een
strafzaak,
eene
der
kon-
trakteerende
regeeringen
het
hooren
van
getui-
gen,
die
zich
op
het
grondgebied
der
andere
partij
bevinden,
of
eenige
andere
akte
van
instruktie
noodig
oordeelt,
zal
daartoe
eene
rogatoire
kommissie
langs
diplomatieken
weg
gezonden
en
zal
daaraan
gevolg
gegeven
wor-
den,
met
inachtneming
der
wetten
van
het
land,
waar
het
getuigenverhoor
of
de
instruktie
zal
moeten
plaats
hebben”.
Nu
ligt
het
voor
de
hand.
dat
de
ten
deze
bedoelde
„akte
van
instruktie”
heeft
plaats
gehad
krachtens
dit
artikel
met
inachtneming
der
artikelen
110
vlg.
Strafvordering.
Is
deze
veronderstelling
juist,
dan
is
er
van
wetsschen-
nis
geen
sprake.
Het
Hbl.
zelf
schrijft
o.
m.:
Inderdaad
heeft
het
onderzoek
in
het
kantoor
van
de
firma
M.
L.
Rosenfeld
plaats
gegrepen
krachtens
verlof
door
de
rechtbank
te
Amster-
dam
verleend
ter
voldoening
aan
eene
haar,
spoedshalve
rechtstreeks,
gezonden
zoogenaamde
‚‚rogatoire
kommissie”
van
den
bevoegden
rech-
ter
te
Budapest,
houdende
het
gemotiveerd
ver-
zoek
om,
in
verband
met
eene
aldaar
aanhan-
gige
strafzaak,
voormelde
huiszoeking
met
papieronderzoek
en
inbeslagneming
van
nader
omschreven
stukken
te
doen
geschieden.
De
te
Budapest
aanhangige
strafzaak
geldt
het
misdrijf
van
art.
479
van
het
Hongaarsche
strafwetboek,
waarbij
openbare
ambte-
naren
strafbaar
worden
gesteld
wegens
op-
zettelijke,
ten
nadeele
van
den
Staat
of
van
bizondere
personen
gepleegde
openbaring
van
ambtsgeheimen
of
van
stukken
in
die
betrekking
onder
geheimhouding
verkregen.
Volgens
het
uitdrukkelijk
voorschrift
der
Wet
(art.
112
W.
v.
Str.)
moet
elke
huiszoeking
door
den
rechter-kommissaris
in
tegenwoordigheid
van
het
Openbaar
Ministerie
geschieden.
Daar-
om
vergezelde
de
ofïicier
van
justitie
den
fun-
geerenden
rechter-kommissaris
bij
de
bedoelde
huiszoeking,
welke
overigens
uit
den
aard
der
zaak
aan
zijne
ambtelijke
bemoeiïng
geheel
vreemd
bleef.
In
de
heden
te
Keulen
gehouden
samenkomst
der
vereenigde
kontinentale
stoomvaartlijnen
is
besloten
de
passageprijzen
2e
en
3e
klasse
vrij
belangrijk
te
verhoogen.
Uit
Amsterdam
wordt
medegedeeld,
dat
H.
M.
de
Koningin
en
prins
Hendrik
van
Mecklemburg
zeer
waarschijnlijk
spoedig
een
bezoek
aan
de
hoofdstad
zullen
brengen.
Er
worden
reeds
eenige
vertrekken
in
het
paleis
aldaar
daarvoor
in
gereedheid
gebracht.
lfallltaaementen.
Uit
de
Ned.
Staatscourant
van
23
Okt.
18
Okt.
Harm
Breider
jr.,
koopman,
Dordtsche
Brug,
gemeente
Emmen.
’
"
19
„
M’.
A‘.
v.
‘t
Hof
en
J‘.
J‘.
v.
’t
Hof,
onder
den
naam
Gezusters
van
’t
Hof,
een
winkel
houdende
in
koloniale
waren
enz.,
Zieriksee.
19
19
19
20
Ignatius
Fangman,
manufakturier,
Ter
Aar.
.
M.
‘Cohen,
slager,
Groningen.
C.
den
Dekker,
arbeider,
Andel.
H.
A.
de
Boer,
hotel-
en
kafeehouder,
Maassluis.
Geëindigd
zijn
de
faillissementen
van:
J.
D.
van
Nieuwenhuize
te
Rotterdam:
C.
H.
A.
Lemmers
en
D.
Stolker,
‘beiden
bakkers
t?
Alkmaar.‘
Post
en
telegraaf
‚
i
_
‘
‚
_
‘Y
GnMEahD
MEU
W
S.
Te
’s—Gravenhage
is
overleden
de
heer
J.
W
König,
oud—direkteur
van
het
postkantoor
aldaar
school
en
Kerk.
De
heer
G.
M.
van
Woerkom,
hoofd
der
1e
openbare
school
te
Nieuw-Beierland,
her-
denkt
den
1
November
den
dag,
waarop
hij
voor
25
jaar
zijne
betrekking
aanvaardde.
Het
examen
in
de
vrije-
en
ordeoefeningen
der
gymnastiek
is
te
Rotterdam
met
goed
ge-
volg
afgelegd
door
de
dames:
B.
Kleinenberg,
van
Piershil:
J.
v.
Tongeren,
van
Wijngaarden;
C.
W.
Matthijs,
van
Giesendam.
Kunst
en
wetenschap.
Door
mevrouw
de
weduwe
dr.
W.
F.
R.
Suringar,
geb.
Valckenier,
is
aan
’s
Rijks
her-
barium
te
Leiden
ten
geschenke
aangeboden
een
gedeelte
van
de
wetenschappelijke
nalaten-
schap
van
wijlen
haren
echtgenoot,
hoogleeraar
aan
de
Rijks-universiteit
te
Leiden.
Het
ge-
schenk
bestaat
uit:
I.
West-Indische
Algen
(7
portefeuilles).
II.
Japansche
en
Chineesche
Algen,
in
porte-
feuilles,
pakketten
enz.,
benevens
aanteekeningen.
III.
Australische
Algen
(2
pakketten).
IV.
Een
pakket
teekeningen.
V.
De
korrespondentie
betrekking
hebbende
op
het
herbarium
van
C.
Koch.
VI.
Een
doos
met
diversen.
VlI.
Planten
door
den
hoogleeraar
Suringar
in
West—Indië
verzameld
(p.m.
120
pakketten).
VIII.
Het
herbarium
van
Koch
(136
porte-
fenilles).
IX.
Een
kollektie
planten,
teekeningen,
noti-
ties
enz.,
uit
de
nalatenschap
van
dr.
R.
R.
van
den
Bosch
(met
uitzondering
echter
van
eventueel
daarbij
gevoegde
planten
Trangneville).
(Hymenophyllaceae).
X.
Een
groote
kist
ongesorteerd
materiaal
van
zeealgen,
uit
Australië.
Aan
de
schenkster
is
daarvoor
de
dank
der
regeering
betuigd.
Bedmaten.
Het
bericht,
dat
de
heer
mr.
E.
Oosting
voor-
nemens
zou
zijn
ontslag
te
vragen
als
vice-
president
der
mr.-rechtbank
te
Assen,
is
volgens
de
Ass.
Ot.
volkomen
onjuist.
Personeele
belasting.
Voor
den
Hoogen
Raad
is
gepleit
voor
den
minister
van
■nanciën,
rekwirant
van
kassatie
tegen
twee
vonnissen
.der
Utrechtsche
rechtbank,
waarbij
de
vervolgden
waren
ontslagen
van
alle
rechtsvervolging
ter
zake
van
overtreding
der
wet
op
de
Personeele
Belasting,
daar
zij
geen
aangifte
hadden
gedaan
van
zich
in
hun
huis
bevindende
gaskachels.
De
rechtbank
had
over-
wogen,
dat
de
verdediging
van
beklaagden,
dat
de
verbrandingsprodukten
van
deze
gaskachels
zich
niet
door
den
schoorsteen
in
de
buitenlucht,
doch
door
den,
van
boven
afgesloten
schoorsteen
op
den
zolder
ontlasten,
[gegrond
was
met
het
oog
op
art.
14
der
Wet
op
de
personeele
belas-
ting,
bepalende:
toestellen,
die
gebruikt
wor-
den
zonder
afvoer
in
een
schoorsteen
of
in
de
open
lucht
worden
niet
belast.
De
rechter
leidde
hieruit
af,
dat
alleen
dan
belasting
verschul-
digd
is,
wanneer
de
verbrandings-produkten
zich
ontlasten
in
de
open
lucht,
hetzij
direkt,
hetzij
door
een
schoorsteen.
Jhr.
mr.
E.
N.
de
Brauw
voor
den
minister
optredende,
deelde
mede,
dat
zich
hier
’t
merkwaardig
verschijnsel
voordeed,
dat
een
strafvervolging
plaats
had
op
verzoek
van
den
vervolgde.
Pl.
bestreed
de
meening
van
den
o■ic.
van
justitie,
dat
volgens
’t
spraakge-
bruik
een
schoorsteen
zou
zijn
een
pijp,
of
ge-
metselde
buis,
dienende
om
door
verbinding
met
de
buitenlucht
den
trek
te
onderhouden.
Z.
i.
bleef
een
afgesloten
schoorsteen
’t
karakter
van
schoorsteen
behouden;
bovendien,
een
schoor-
steen,
die
een
uitmonding
heeft
op
den
zolder,
bevordert
toch
ook
den
trek.
Door
te
spreken
van
„afvoer
in
een
schoorsteen
of
in
de
open
lucht”
erkent
de
wetgever
een
verschil
tusschen
beide,
terwijl
ook
de
geschiedenis
der
wet
be-
wijst,
dat
men
ook
toestellen
met
afvoer
door
een
schoorsteen
buiten
’t
vertrek,
zij
’t
niet
naar
de
buitenlucht,
belastingplichtig
heeft
willen
stellen.
Voor
de
gerekwireerden
trad
op
mr.
R.
A.
Vogelsang,
advokaat
te
Utrecht,
die
o.
m.
met
een
beroep
op
de
vroegere
wet,
betoogde,
dat
de
wetgever
van
1896
slechts
heeft
willen
beletten,
dat
gaskachels,
die
door
een
klein
afvoerpijpje
direkt
met
de
buitenlucht
in
verbinding
stonden,
onbelastbaar
waren.
Bovendien,
welk
verschil
maakt
het,
of
men
door
een
pijpje
de
verbran-
dingsprodukten
naar
den
zolder
afvoert
of
door
een
dichtgemetselden
schoorsteen?
Na
re-
en
dupliek
werd
de
konklusie
van
’t
O.
M.
op
6
November
bepaald.
Voor
den
Hoogen
Raad
werd
heden
behan-
deld
het
kassatieberoep
van
een
landbouwer
in
Noord-Brabant,
door
het
gerechtshof
te
’s-Her-
togenbosch
veroordeeld
tot
f
0.50
boete
wegens
het
als
belastingplichtige
voor
de
belasting
op
Èaarden
enz.,
ten
behoeve
der
provincie
Noord-
rabant
niet
onverwijld
aangifte
doen
dat
een
door
hem
gehouden
paard,
aangegeven
in
de
eerste
kategorie,
ten
gevolge
van
veranderd
ge-
bruik
in
eene
hoogere
kategorie
behoort.
Voor
rekwirant
trad
op
jhr.
mr.
W.
M.
de
Brauw,
die
betoogde
dat
hier
geen
verande-
ring
in
het
gebruik
van
het
paard
was
gebracht,
daar
het
dier
—
gelijk
ook
niet
werd
tegenge-
sproken
-—-
wel
éénmaal,
bij
wijze
van
proef,
had
geloopen
voor
een
wagen
met
veeren
tot
vervoer
van
personen;
maar
hiervoor
z.
i.
niet
weîrd
Jppgeheven
het
uitsluitend
gebezigd
worden
voor
den
landbouw‘
(eerste
kategorie).
„
Het
O.
M.
zal
5
Nov.‘
a.
s.)
konklusie
nemen.
Een
Italiaansehe
Dreyfus.
Te
Napels
is
zekere
Francesco
Crea
aangeko-
men,
geen
man
van
76
jaar,
die
33
jaren
in
drie
bagnos
had
doorgebracht
en
dit
onschuldig.
Nu
de
straf
waartoe
hij
veroordeeld
werd
onder-
gaan
was,
heeft
de
ware
dader
zich
bekend
gemaakt.
Zonderling
testament.
.
Zekere
lìertholon
te
Gisors
(Frankrijk)
heeft
den
gasthuizen
te
Lyon
800,000
frs.
vermaakt,
onder
voorwaarde,
dat
op
zijn
landgoed
een
toren_
van
100
meter,
met
elevator,
zal
worden
opgericht.
Men
is
nogal
verlegen
met
het
geval.
I
n
b
r
e
k
e
r
s.
Gisternacht
is
er
te
Amsterdam
inbraak
ge-
pleegd
in
het
onderhuis
van
perceel
281
op
de
Heerengracht
waar
de
heer
J.
H.
v.
Wijk
zijn
wijnzaak
gevestigd
heeft.
Door
forceering
van
het
slot
van
de
buiten-
deur,
hetgeen
in
dit
geval
gemakkelijk
ging,
kwamen
de
dieven
binnen.
Twee
manden
met
leege
■esschen
werden
uitgepakt
en
gevuld
met
een
vijftigtal
volle
■esschen
wijn
en
champagne
In
1de
brandkast
werd
gesnu■eld,
maar
geld
is
er
niet
vermist.
Van
een
lessenaar
werd
het
slot
afgebroken.
De
heer
v.
Wijk
had
geen
geld
of
papier
achtergelaten.
Reeds
tweemaal
werd
hij
met
zoo’n
bezoek
vereerd,
en
had
genoeg
leergeld
betaald.
De
inbrekers,
drie
in
getal,
hadden
een
kar
bij
zich.
Op
deze
kar
werden
de
manden
gela-
den,
en
toen
zij
vertrekken
wilden,
werden
twee
van
hen
gearresteerd
door
eenige
agenten,
die
gewaarschuwd
waren
door
een
jongman,
die
in
de
buurt
liep,
juist
toen
zij
de
manden
Oplaadden.
De
derde
misdadiger
ontsnapte.
De
gearresteerden
zijn
beiden
goede
bekenden
bij
de
justitie.
Zij
zijn
in
voorloopige
bewaring
in
de
Pietershal.
Wegwedstrijden.
Omtrent
het
treurige
ongeluk,
dat
Zondag
bij
de
wedstrijden,
door
den
Gelderschen
Wieler-
bond
op
den
Amsterdamschen
weg
te
Arnhem
gehouden,
een
jong
meisje
overkwam,
wordt
nader
gemeld:
De
wedstrijden,
die
heel
wat
menschenfop
de
been
hadden
gebracht,
waren
in
vollen
gang.
De
-
rijders
in
den
5
KM.
wedstrijd
werden
elk
nogenblik
terugverwacht
aan
de
start
bij
kafee
Wielerrust;
het
sein
van
aankomst
was
reeds
gegeven.
Marechassees
en
politie-agenten
had-
den
op
dit
zeer
drukke
punt
gezorgd,
dat
de
weg
vrij
was,
toen
plotseling
een
juffrouw
uit
het
publiek
—
volgens
sommigen
ondanks
de
waarschuwingen
der
marechaussees,
volgens
anderen,.omdat
de
juffrouw,
bang
werd
voor
het
paard
van
een
marechassee
—
den
weg
wilde
oversteken.
Op
hetzelfde
oogenblik
kwamen
van
de
hel-
ling
even
voorbij
Wielerrust
een
drietal
renners
in
pijlsnelle
vaart
aanzetten.
De
juffrouw
was
nauwelijks
op
het
midden
van
den
den
weg
of
zij
werd
door
een
der
wielrijders
tegen
den
grond
gereden,
het
rijwiel
ging
haar
over
het
hoofd,
de
rijder
zelf
deed
een
geduchten
val;
zijn
rijwiel
was
geheel
in
elkaar
natuurlijk.
De
ju■rouw,
de
21-jarige
J.
S.,
was
op
levens-
gevaarlijke
wijze
gewond.
Zij
werd
in
het
kafee
binnengedragen,
waar
geneeskundige
hulp
werd
verleend.
Korten
tijd
daarop
echter
overleed
zij.
Aan
wie
de
schuld
van
het
gebeurde?
Op
deze
vraag
is
het,
waar
behoorlijke
veilig-
heidsmaatregelen
waren
genomen,
niet
mogelijk
een
ander
antwoord
te
geven,
dan:
aan
de
over-
ledene
zelve.
Anders
echter
moet
het
antwoord
luiden
op
de
vraag:
biedt
de
Amsterdamsche
straatweg
bij
dergelijke
wedstrijden
op
dit
punt
voldoende
waarborgen,
voor
de
publieke
veiligheid?
Het
komt
de
N.
Arníz.
Ot.
voor
dat
moeilijk
een
ongunstiger
terrein
te
vinden
zou
zijn.
Spoorwegongeluk.
Te
Boksmeer
liep
gisteravond
bij
het
binnen-
komen
de
personentrein
392
uit
Venloo
door
een
verkeerden
wisselstand
op
het
zoogenaamde
doode
spoor
en
botste
daardoor
tegen
het
stoot-
blok,
waardoor
de
machine
en
2
wagens
deer-
lijk
werden
beschadigd,
en
de
machine
de
reis
niet
verder
kon
vervolgen.
Na
uit
Nijmegen
van
een
andere
lokomotief
te
zijn
voorzien,
kon
de
trein
met
1a}
uur
ver-
traging
de
reis
voortzetten.
Persoonlijke
onge-
lukken
hadden
niet
plaats.
De
sekretaris
van
Dickens.
In
een
hospitaal
voor
onbemiddelden
in
een
der
voorsteden
van
Londen
is
de
afgeloopen
week
Georg
Dolby
gestorven,
die
sekretaris
en
zaak-
waarnemer
van
Charles
Dickens
geweest
is.
Een
treurig
feit
is
dat
deze
man
zijn
eigen
ondergang
en
dood
bewerkt
heeft,
want
sedert
eenige
jaren
heeft
hij
dronken
in
Londen
rond-
gezworven
en
voor
een
dag
of
veertien
kwam
hij
zonder
een
penny
in
het
hospitaal.
Hij
heeft
eenzoon
te
Parijs,
die
kunstenaar
is
en
nu
door
zijns
vaders
dood
3000
pd.
st.
krijgt
van
een
levensverzekering.
Als
oorzaak
van
den
dood
werd
opgegeven
bronchitis
en
zelfverwaarloozing.
i
Dolby
heeft
over
zijn
samenwerken
met
Dickens
een
boek
geschreven,
dat
echter
niet
veel
waarde
heeft,
omdat
het
geen
onbekende
bizonderheden
uit
het
leven
van
den
beroemden
schrijver
bekend
maakt-
Maar
in
Dickens’
brie-
ven
wordt
vaak
over
Dolby
gesproken,
Het
was
Dolby,
die
voor
al
de
voorlezingen
van
Dickens
zorgde
en
op
wiens
hoofd
alle
ver-
wijtingen
neerlrwamen,
als
het
publiek
geen
plaatsen
meer
kon
krijgen.
Te
Dublin
moest
hij
overal
stoelen
in
de
zaal
laten
zetten,
zelfs
op
het
podium.
Te
Liverpool
moesten
3000
menschen
teruggestuurd
worden
en
zij
maakten.
er
Dolby
een
verwijt-van,
dat
hij
geen
grootere
zaal
genomen
had.
«
.
.
Het
was
Dolby,
die
met
Dickens
zat
te
raten
op
de
lange
reizen
in
den
trein;
en
hij
recht
’s
avonds
de
volle
geldzakken
aan
den
voor-
drager.
Soms
mishandelde
het
enthousiaste
publiek
den
armen
impressario
zoo,
dat
hij
met
inge-
deukten
hoed
en
verscheurde
kleeren
verscheen.
Maar
zijn
troost
was
dat
hij
elken
avond
zijn
meester
70
pd.
st.
winst
kan
voorleggen.
Het
was
Dolby,
die
Dickens
meenam
naar
zee,
als
hij
uitgeput
was
van
zijn
reizen
en
lezin-
gen
houden.
Hij
wist
hem
met
sterke
dranken
en
oesters
in
staat
te
maken
te
doen
wat
zoo
groote
kracht
en
inspanning
vereischte.
Het
was
Dolby,
die
den
raad
gaf
voor
de
tournée
in
Amerika,
die
beschouwd
wordt
als
de
oorzaak
van
Dickens’
dood.
Forster
en
Wills,
zijn
twee
beste
vrienden,
waren
er
tegen,
omdat
Dickens
niet
sterk
genoeg
was.
Toen
werd
Dolby
naar
Amerika
op
verkenning
uitgezon-
den,
hij
wilde
liever
zonder
ondernemer
werken
om
meer
te
verdienen.
Dolby
kwam
terug
en
was
verrukt
over
Amerika.
De
tournee
deed
de
Amerikanen
overal
in
geestdrift
geraken,
vulde
Dickens’
zakken
met
dollars,
maar
doodde
hem
ten
slotte.
Het
was
Dolby,
die
toen
nog
voor
alles
zorgde,
entreekaarten
verkocht,
de
redakteurs
van
kranten
bezocht
en
met
hen
praatte.
Hij
bracht
toen
wekelijks
zijn
meester
1300
pd.
st.
thuis.
Maar
daarvoor
moest
hij
ook
door
alle
kranten
laten
vertellen,
dat
hij
elken
avond
dronken
thuis
kwam.
Soms
wachtte
het
publiek
een
geheelen
nacht
op
straat
tot
de
deuren
opengingen,
en
als
Dolby
verscheen
met
de
kaarten,
dan
werd
hij
aangevallen;
eens
werd
’s
nachts
voor
de
warmte
een
vuurtje
aangelegd.
Dolby
moest
altijd
letten
op
de
gezondheid
van
zijn
meester.
Eens
was
Dickens,
juist
op
zijn
verjaardag,
ziek
en
had
geen
stem.
’s
Avonds
bij
zijn
lezing,
was
hij
echter
als
door
een
wonder
genezen.
Door
opwinding
had
hij
zijn
stem
terug.
Bij
de
voordrachten
van
Dickens
zat
Dolby
altijd
als
een
waakhond
naast
hem
en
lette
op
al
zijn
bewegingen.
Van
de
Amerikaansche
reis
hield
hij
3000
pd.
st.
winst
over.
Dickens
zelf
had
20.000
pd.
st.
gemaakt
boven
de
onkosten,
die
14.000
pd.
st.
bedroegen.
Staten-Generaal.
TWEEDE
Kuren.
Vergadering
van
heden.
—
Vervolg
van
het
verslag
in
ons
Middagblad.
Kieswet.
De
heer
Bouman
motiveerde
zijn
stem
tegen
het
amendement,
dat
z.
i.
onbillijkheid
schept
tegenover
andere
dan
woningkiezers.
Het
amendement
De
Boer
c.s.
werd
v
e
r
w
o
r-
p
en
met
51
tegen
25
stemmen.
Een
door
den
heer
Van
Raalte
toegelicht
amendement-De
Boer
c.
s.
om
voor
de
woning-
kiezers
de
tabel
van
de
huurprijzen
met
20
pCt.
te
verlagen,
vond
ernstige
bestrijding
bij
den
Minister,
die
echter
minder
bezwaren
had
tegen
een
amendement-Houwing
c.
s,
dat
ten
behoeve
van
kleine
landbouwers
een
ruimer
begrip
van
huurwaarde
beoogde.
Eerstbedoeld
amendement
werd
verwor-
pen
met
52
tegen
31
stemmen,
terwijl
het
amendement-Houwíng
c.
s.
werd
aangeno-
men
met
75
tegen
8
stemmen.
De
heer
Troelstra
lichtte
daarna
een
amende-
ment
toe,
strekkende
om
ook
de
kiesbevoegd-
heid
te
verleenen
aan
1°.
het
lidmaatschap
van
een
Kamer
van
Arbeid
en,aan
het
lidmaatschap
van
het
bestuur
eener
erkende
werklieden-vak-
vereeniâing,
en
2°.
het
kiesrecht
ook
toe
te
kennen
aan
hen,
die
meer
dan
3
achtereen-
volgende
keeren
op
de
kiezerslijst
geplaatst
zijn
geweest.
De
heer
De
Visser
bestreed
het
amendement
wegens
de
daaruit
voortspruitende
onrechtvaar-
digheden
jegens
bepaalde
kategorieën
van
werk-
lieden.
De
Minister
had
minder
bezwaar
tegen
sub
1
van
het
amendement
dan
tegen
het
2e
onder-
‘deel.
De
heer
Schaepmman
had
geen
bezwaar
tegen
het
eerste
deel,
mits
gesproken
wordt
van
erkende
werklieden-vereenigingen.
De
heer
Harte
daarentegen
bestreed
het
ge-
heele
amendement.
Na
eenig
debat
werd
het
amendement-
Troelstra.
c.
s.
gesplitst
in
stemming
gebracht;
het
eerste
gedeelte
werd
v
e
r
w
o
r
p
e
n
met
52
tegen
30
stemmen;
het
tweede
gedeelte
werd
daarna
door
de
voorstellers
i
n
g
et
ro
k
k
en.
Op
verzoek
van
den
heer
Bink
werd
door
den
Minister
in
art.
1
opgenomen
dat
kiesgereohtigd-
heid
ook
wordt
toegekend
aan
houders
van
boekjes
van
door
stichtingen
beheerde
spaar-
banken.
Het
geheele
art.
1
werd
daarna
aan-
genomen
met
69
tegen
13
stemmen,
Bij
art.
2
kwamen
in
bespreking
3
amende-
menten
van
de
heeren
Troelstra
c.
3.:
1°.
Om
te
bepalen
dat,
indien
de
aard
der
werkzaamheden
in
een
bedrijf,
medebrengt
dat
zij
in
den
regel
een
gedeelte
van
het
jaar
niet
worden
uitgeoefend,
ter
berekening
van
den
tijd
gedurende
welken
iemand
in
dienstbetrekking
is
geweest,
de
tijd
wordt
medegeteld
gedurende
welken
de
werkzaamheden
waarvoor
hij
in
dienst
is,
hebben
stil
gestaan,
ook
indien
ge-
durende
dien
tijd
de
dienstbetrekking
tijdelijk
was
opgeheven.
2°.
Om
te
bepalen
dat
behalve
bij
ziekte,
verwonding
of
werkloosheid,
ook
bij
werksta-
king,
het
niet
ten
volle
ontvangen
loon
als
normale
bedrag
isaan
te
nemen
voor
plaatsing
op
de
kiezerslijst.
3°.
Om
voor
het
beoordeelen
van
kiesbe-
voegdheid
eventueele
ongevallenrente
tot
een
bedrag
van
het
volle
loon
van
den
getrio■ene
in
rekening
te
brengen.
_
Tegen-amendementen
1
en
3
had
de
Minister
minder
bezwaar
dan
tegen
het
2e
amendement.
Morgen
voortzetting.