Tekstweergave van DC_1901-05-16_001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Honderd-dertiende Jaargang. N“, 115. A”. 1901. _ lll Bureau: Grootekerksplein 3. lil". Telephoon Intercomm. N0. 67. Uitgevers: BLUSSiËÌÎi. ÌÍIP. Iepothouders: R. Sa J. W. HULSCHER, Voorstr. 263. H. STUMPEL, Voorstraat b./d. Nieuwbrug. L. G. v. d. WANT, Singel 106, b./h. Kinderziekenhuis. J. ERKENS, Noordendijk 82a. t/o de Lijnbaan. Agent te Slledrecht: J. G. TIMMERMANS. ll Abonnementsprijs f 2.50, f1‘. p. p. f 2.75 per 3 maanden. l Afzonderlijke nummers 5 Cent. i „.....‚.„.‚„„ m M... Verschijnt in llliddag- en Avoiiduitgave. mindering van zijn strijdmacht met zooveel man als er garnizoen moeten houden. Middaguitgave. Aanstaandeii D o 72 de r dag, HEMEL- VAARTS DAG, wordtgeen Courant uitgegeven. BUITENLAND. OVERZ■IHT. 15 Mei. Het is altijd de nachtmerrie (of het voorwendsel) geweest van de Engelschen, dat de Boeren niet uit eigen krachten den oorlog volhouden, maar geholpen worden van buitenaf. Z)0 eerst die verhalen van een schip met wapens en voorraden, waarom de invallers in de Kaapkolonie tot aan de kust zouden doorgedrongen zijn, terwijl thans in Londen wordt verteld van de of■cieele zeker- heid, die er nu zou bestaan, dat er over Duitsch gebied nog wel versterking in manschappen en wapens werd aangevoerd. lets buitengewoons hoort er altijd bij en het schijnt onmogelijk, dat een Engelsen leger op heel gewone en onroman- tische wijze maanden lang rondploetert en vecht als leeuwen ‚(of hyens■s■ zonder eenig noemens- waardig, laat staan tastbaar resultaat te ver- krijgen. Zelfs de triomfantelijke tochten naar vee en ander gedierte, zorgvuldig geseind door Kitche- ner‚ worden kleiner genoemd dan zij schenen. Van een Boer in ÎZuid-Afrika is te Berlijn een belangwekkende brief ontvangen, waarin daar- omtrent het volgende te lezen staat: „Als ge leest dat de Engelschen zooveel scha- pen en ossen hebben medegevoerd, moet ge u niet voorstellen dat zij deze dieren kunnen be- houden. Dat is onmogelijk. Britsche officieren erkennen zelf dat zij dezelfde kudden vele malen buit maken.” Dus zelfs deze roem verblijft niet meer aan den „slachter”. De schrijver achtte de zaak der Boeren geens- zins verloren. iBotha zou de vredesonderhande- lingen niet hebben afgebroken als de toestand hopeloos was. Maar het is nu zoo: „De Engel- schen hebben in den Vrijstaat alleen Bloemfon- tein en de plaatsen aan den spoorweg, in Trans- vaal slechts ‘Pretoria, Johannesburg en den spoorweg naar Natal. De Boeren hebben het land, de Engelschen de dorpen aan den spoor- ‘weg en niets meer. De Boeren handelen in hoofdzaak naar lord Beacons■eld’s beginsel van meesterlijke werkloosheid. Dit is vooral De We■svtaktiek. De Boeren weten dat de En- gclschen het niet altijd uit zullen kunnen hou- den. Het Britsche volk zal niet altijd twee millioen pond sterling per week blijven betalen. De vredesonderhandelingen zijn daarvan het beste bewijs. Niets bindt den Boer aan een stad of den spoorweg. Hij beschouwt het bezit van-een stad als een lastpost -— als een ver- FEÜILLETON. llE EHFGENAME VAN ABBÛl-ÛASÏLE. Naar het Duitsch, VAN F. JLLINCK-LÍÍTETSBURG. 15) Ga niet voort, lord Ruthbert,” mompelde ‚zij nauwlíjks hoorbaar, met gebroken stem. —-Ook dat nog!” Nu begonnen hare oogen onrustig. neen wild te ■ikkeren. Er was iets vreemds in haar blik. Lord Ruthbert schrikte er van, hij had nu nog meer berouw overzijne onbezonnenheid. Miss Lilian, ik wilde u niet beleedigen, niet wonden. ‘Neem het me niet kwalijk. Ik heb-u doen schrikken. Zeg dat u het mij hebt vergeven, dat ik mag terugkomen." Neen dat kan ik niet zeggen. Kom nooit meer hier, lord Ruthbert." Ze bracht die woorden met moeite uit en hare anders zoo weeke- stem had een schorren klank. Ze zag er ook zoo ongelukkig en zoo hulpbe- hoevendwuit. Hij had een gevoel alsof hij naar in zijne «armen moest nemen en haar zeggen dat hij hare zorgen wilde deelen en haar wilde beschermen. Maar zij wendde zich van hem af, -- Wat benje wreed, Lilian," zei hij bitter. „Ik ‘had niet gedacht dat ik met mijne vurige wenschen schipbreuk zou hebben geleden." Zij zei niets meer, maar wierp hem een in- trenrigen blik toe, dien hij nooit meer zou ver- geten, dat voeldeihij. Dan ging zij naar binnen te onderzoeken. Het wä; hem een raadsel.V . Mevrouw Ethel Gray was aan de beterhand‚ maar dokter Donald maakte zich ongerust over hare opofferende verpleegster, die er erg slecht uitzag. Mary Counor zag er niet alleen slecht uit, ze voelde zich ook ellendig. En de oorzaak daarvan lag niet zoozeer in de lichamelijke in- spanning als wel in de aandoeningen, die haar in den laatsten tijd bestormd hadden. De ontmoeting met lord Harry Ruthbert had haar erg aangegrepen. Ze voelde dat niet alles in haar dood was, maar dat er in haar ziel nog plaats was geweest voor wenschen en verwach- tingen. Die ontdekking perste haar een bitter- weemoedig glimlachje af. Ze was dwaas dat zij zich gelukkig gevoeld had door zijne bewijzen van teedere belangstelling; die bewijzen waren niet voor haar bestemd, maar voor de arme Lilian Smith, die zeker in—gelukkig zou zijn geworden aan de zijde van een beminden echt- genoot, als ze niet zoo jong gestorven was. Ja, ze moest weg de ontmoeting met Harry Ruth- bert maakte dat besluit niet minder noodzakelijk dan de gedachte dat een woord uit den mond van Will Gnllham in staat zou zijn haar op- nieuw in het verderf te storten. Je ziet er werkelijk slecht uit," riep me- Maar daarom komt hij er wel. Elken dag zijn verspieders van de Boeren te Johannesburg en te Pretoria; zij lezen er de kranten en geven oogen en ooren den kost... Tegen dezen voortdurenden tegenspoed is nu een nieuw recept uitgedacht, een zeer eenvou- dig, dat levendig doet denken aan het vogel- vangen door middel van een beetje zout op den staart. Na de Boeren in driehoekige kordons te heb- ben ingesloten, zal men aan alle kanten het gras in brand steken en op deze wijze den tegenstander vernietigen. De korrespondcnt van de Daily Mal te Pietermaritsburg heeft hiervoor de seinkosten over van die stad naar Londen. Als het evenwel mogelijk was (e Boeren in kordons ook maar een halven dag op te sluiten, was de oorlog allang uit. Het teekent dus alleen den ‘geestestoestand van dien Engelsch- man, waarschijnlijk min of meer korresp0n- deerende met dien van andere leden van de „eerste der natiën” zonder verder eenige be- schouwing waardig te zijn. Een reklameberichtje komt van de Kaap, het teruggaan namelijk van een ploeg werklieden naar de mijnen te Johannesburg. Al meer ge- hoord en de mislukking gezien. ———- íí.—— Oostenrijk-Hongarije. De Oostenrijksche Kamer heeft gisteren het wetsontwerp in zake de belasting van sterken drank in alle lezingen aangenomen. Frankrijk. In den ministerraad van gisteren kwamen ook de plunderingen in het Algerijnsche dorp Mar- gueritte ter sprake. De regeering moet tot de overtuiging zijn gekomen, dat het noodig is de bestuurspolitiek tegenover de inboorlingen te wijzigen, daar de verbittering dezer laatsten voor een deel is te wijten aan misbruiken. Over het verzoek om ontslag van goeverneur-generaal Jonnart, wiens gezondheid vooruitgaat, zal eerst in de volgende zitting worden beslist, daar de regeering hoopt dat hij over enkele weken zijn ambt zal kunnen aanvaarden. De Kamer besloot gisteren de „Verklaringen van de Rechten van den mensch en den burger” in een ten allen tijde voor iedereen duidelijk leesbaren vorm in alle scholen des lands en de ministerìën te doen aanplakken, alsmede in de kerken van alle gezinten, in alle staatsgebouwen, waar de burgers gelegenheid hebben om bijeen te komen, en in de kazernes, het laatste met 234 tegen 228 stemmen. Het heden door de Indép. Beige opgenomen gedeelte van Esterhazy's getuigenis voor den Franschen konsul-generaal te Londen loopt over het onderzoek van het borderel door majoor Ravary. Eiken middag werd het verhoor voort- gezet en elken avond kreeg Esterhazy, namens den generalen staf, mededeeling van hetgeen daarbij was gebleken en werd hij ingelicht wat hij zeggen moest, wanneer hij den volgenden en hij was alleen met een wanhopig gevoel in zijn binnenste. Als in een droom sloeg hij den weg in naar huis. Hoe opgewekt was hij naar Violet-Valley gegaan en nu was alles al voorbij. Het was geen jongenmeisjes—gril, die haar hem had doen af- wijzen. Er was een ernstige hinderpaal voor de vervulling zijner vurigste wenschen, maar het zou een vergeefsche poging zijn geweest de zaak Geïllustreerd Zondagsblad f 0.37 à, fr. p. p. f 0.45 per 3 maanden. Advertentiën 1—6 regels f 1.10, elke regel meer 17} Cent. Aanvraag om dienstbetrikkìngen 1—6 regels f 0.75, elke regel meer 12j- Cent. ' l} Dienstaanbîedíngen kontant) f 0.50, elke regel meer 7} Cent. dag als getuige mocht worden gehoord, terwijl de kolonels Henry en Du Paty de Clam van alles onkundig werden gehouden. Toen E.’s advokaat van een onbekende mede- deeling ontving, dat in een spoorwegrijtuig een portefeuille was gevonden, die daar door Reinach was achtergelaten en van welker inhoud ver- schillende beamhten hadden kennis genomen, drong hij op een verhoor dier getuigen aan, maar generaal Billot verzette zich daartegen, om Reinach te sparen. E. wilde daarvan ech- ter niet weten en dreigde, den minister van het geval op de hoogte te stellen. Die getuigen werden daarop gehoord, maar hunne verklarin- gen strikt geheim gehouden. Daarop volgde de benoeming der schriftkundi- gen. Advokaat Tézénas verlangde dat het schrift van Esterhazy zou worden vergeleken met dat van Dreyfus, maar majoor Ravary verklaarde aan E.‚ in bijzijn van getuigen, dat hij zulks beslist weigerde. Eerst toen deze aan E. be- loofd had dat zijn advokaat beter op de hoogte zou worden gehouden van den loop van zaken, opdat hij dergelijke onvoorzichtigheden voortaan zou nalaten, zag E. van dien eisch af. Verder vertelt E. van het talmen der schrift- kundigen en van de knoeierijen, die leidden tot het besluit om hen in geheime zitting te hooren. Dat verhoor beteekende echter niets. Alleen Belhomme werd een oogenblik toegelaten, waarna de president het onnoodìg verklaarde, de andere schriftkundigen te hooren. E. leidt daaruit af, dat het borderel nooit is beschouwd als een authentiek stuk, aan welks herkomst nooit getwijfeld is. De landverraad—geschiedenis te Commentry schijnt hierop neer te komen, dat de werkman Givonnet eene betere wijze van bereiding van chroomijzer meent te hebben gevonden, die hij aan Krupp te Essen heeft te koop aangeboden. De man meent echter daartoe ten volle gerech- tigd te zijn, zonder de vakgeheimen zijner patroons te verraden. De antisemiet Sallièries, voormalig wethouder van Algiers en als zoodanig tijdelijk met het burgemeesterschap belast geweest, is ter zake van verduistering van een bedrag van 95,000 franlcs tot 15 maanden gevangenisstraf veroor- Spanje. deed. Te Palma is voor het paleis van den bisschop een dynamietbom gesprongen, die echter weinig schade heeft aangericht. Amerika. Uit Newyork wordt geseind dat de interna- tionale bond van machinisten besloten heeft tot een werkstakiug op 20 dezer, waaraan 150,000 werklieden zullen deelnemen. Aanleiding daartoe is de weigering van loonsverhooging en inkrim- ping van werktijd. uit verschillende landen. De Koning en de Koningin van Rumcnië hebben gisteren te Abbazia hartelijk afscheid genomen van den Koning van Griekenland. Bij vrouw Gray, eens op een dag toen lllary haar de krant had voorgelezen. „Ga een beetje in den tuin kind. Je eet niet genoeg en je wijn heb je ook niet gedronken. Wees toch niet zoo koppig. Dokter Donald geeft mij de schuld als je er slecht uitziet en dat kan ik niet uitstaan.” Het is heusch niet uw schuld als ik er niet zoo goed uitzie, als ik eigenlijk moest. Dat ligt aan mezelf. Ik heb alles waarnaar een mensch maar kan verlangen en ik zou zoo gaarne altijd hier gebleven zijn. Het is hier zco mooi.” Mevrouw Ethel Gray spitste hare ooren. —— Wil je niet hier blijven?" vroeg zij op scherpen toon, want ze begon onrustig te worden. Mary Counor aarzelde met haar antwoord, en ze moest toch spreken, wilde er een einde komen aan die kwelling. Al dagen lang had ze op een geschikt oogenblik gewacht. Spreek dan toch,” vervolgde de oude vrouw met toenemende onrust. „Gaat het jou evenals Edith? Moet je absoluut menschen om je heen zien? Hoe dwaas! Wat kun je van de men- schen verwachten? Ze verlangen allemaal iets van je daar kun je zeker van zijn. Het eenige ware is de eenzaamheid waarin men niets met de menschen heeft uit te staan.” Mary Counor glimlachte droevig. —- Ik heb de menschen niet noodig, mevrouw Gray, ik heb hen leeren vreezen voordat ik bij u kwam. Ze oordeelen naar den schijn, dat is het ergste.” Och wat, dat is volstrekt het ergste niet. Ze hebben nog veel onaangenamer eigenschap- pen. Ze zijn egeïstisch, gierig en wenschen een ander ‚ral-tijd alles slechts toe. Waarom wil je weg? Omdat je genotzuchtig en ondankbaar bent. Maar dat zal je ongeluk zijn. Ik was van plan TELEGRAMMEN. oorlogsnieuws. BRUSSEL 14 Mei. De Petit Bleu zegt: omdat Kruger en andere vertegenwoordigers van Transvaal in stilte handelen verbeeldt men zich ten onrechte, dat het Engeland veroorloofd zal zijn tot het uiterste zijn misdadig werk te vol- brengen. Zekere omstandigheden waren nog een beletsel of zijn nog een beletsel voor interventie, maar er zijn eenige weinige welingelichte personen, die weten dat langzaam aan een voor Transvaal en Oranje Vrijstaat gunstige aktie aan het werken is. Zij kunnen echter niet meer mede- deelen daar zij dan de zaak zouden in de war sturen. Wanneer Engeland zal hebben gemeend dat het de Boeren voor goed overwonnen heeft, zal een zekere mogendheid of zekere mogendheden zich tegenover het stellen, het de vruchten der overwinning betwisten en eischen mede te doen aan de afrekening. Koningln Wílhelmina. SCHWERIN, 15 Mei. De Koningin der Neder- landen, te paard gezeten, nam heden voormiddag op het groote oefeningsplein eene parade af van het garnizoen alhier. Aan hare zijde bevonden zich de Groot-Hertog en prins Hendrik._ Y _ _ Na a■oop der parade bezichtigde de koningin in een rijtuig met vier paarden gezeten, de excercitiën der infanterie. ’s Middags keerde zij met prinses Hendrik en groothertogin Maria naar Rabensteinfeld terug. De llnitsche Rljksdag. BERLIJN, 15 Mei. De Rijksdag bleek heden bij de tweede hoofdelijke stemming over het drankwet-ontwerp niet talrijk genoeg tot het je alles te vermaken wat ik bezit —_en ik ver- zeker je dat het de moeite waard is —— maar als je weggaat dan vermaak ik alles aan de kerk. Dat zweer ik je zoowaar ik mevrouw Ethel Gray heet.” Ik verlang er in ’t geheel niet naar om hier weg te gaan, mevrouw, maar IJ zoudt Zelf willen dat ik wegging, als u mij maar zoudt willen gelooven. Ik heb het u dadelijk gezegd, ik ben Lilian Smith, uw kleindochter, niet ik ben werkelijk —” Ze sprak den naam niet uit, tranen rolden over haar wagen. Een blik op de oude vrouw zeide haar, wat er zou komen. Mevrouw Gray zat er bij als een steenen beeld, ze maakte een bijna angstaanjagende indruk met haar. wijdge- opende, doffe oogen. Mary Counor vergiste zich in de aanleiding van haar ontsteltenis. _De reden er van was, haar angst dat haar kleindochter weer ziek was geworden en weer zou gaan ijlen. Dokter Donald had haar gezegd, dat er niets goeds van kon komen, als men van een jong zcìepseltje zooveel verlangde. Ze moest aan Edith Smith denken. Ze had toen ook niet ge- loofd, dat ze ziek was. De jeugd had geen recht om ziek te worden. En toch was Edith gestor- ven. De gedachte dat Lilian iets dergelijks zou kunnen overkomen, wond haar verschrikke- lijk op. Mevrouw, wilt u mij een oogenblik aan- hooren? vroeg Mary, al haar moed verzamelendÎ; want ze mocht en wilde niet meer terug krab- belen, welke gevolgen het bekennen der waar- heid ook voor haar mochtemhebben. „U zult dan zoo gemakkelijk begrijpen, wat u nu zoo onverklaarbaar voorkomt, dat u het voor de visioenen van een zieke hebt gehouden.” (Wordt vervolgd.) het diner aan boord van de kruiser Psara. dron- ken de beide vorsten op elkaars welzijn. De Bulgaar-acne Kamer heeft met groote meerderheid van stemmen een regeeringsontwerp aangenomen tot hervorming van het binnen- landsch bestuur, waardoor 3 millioen francs per jaar bezuinigd wordt. De Turkoche grootvizier Halil Rifaat pacha heeft den Sultan reeds tweemaal ontslag gevraagd wegens hoogeu ouderdom, maar telkens werd hem verzocht in zijn ambt te blijven. Thans schijnt hij echter daarvan ontheven te zullen worden. De oproerige beweging onder de werklieden te Petersburg duurt nog steeds voort. In de laatste dagen zijn er weer een 400ml in hech- tenis genomen en vele huiszoekingen gedaan, waarbij een menigte papieren zijn in beslag ge- nomen. De bedreiging dat ook de toeschouwers bij opstootjes zouden worden gestraft, blijkt ernst te zijn geweest. Twee professoren werden des- wege naar het binnenland gezonden en een dame tot twee maanden gevangenisstraf veroordeeld.