Tekstweergave van DC_1901-05-16_001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Honderd-dertiende
Jaargang.
N“,
115.
A”.
1901.
_
lll
Bureau:
Grootekerksplein
3.
lil".
Telephoon
Intercomm.
N0.
67.
Uitgevers:
BLUSSiËÌÎi.
ÌÍIP.
Iepothouders:
R.
Sa
J.
W.
HULSCHER,
Voorstr.
263.
H.
STUMPEL,
Voorstraat
b./d.
Nieuwbrug.
L.
G.
v.
d.
WANT,
Singel
106,
b./h.
Kinderziekenhuis.
J.
ERKENS,
Noordendijk
82a.
t/o
de
Lijnbaan.
Agent
te
Slledrecht:
J.
G.
TIMMERMANS.
ll
Abonnementsprijs
f
2.50,
f1‘.
p.
p.
f
2.75
per
3
maanden.
l
Afzonderlijke
nummers
5
Cent.
i
„.....‚.„.‚„„
m
M...
Verschijnt
in
llliddag-
en
Avoiiduitgave.
mindering
van
zijn
strijdmacht
met
zooveel
man
als
er
garnizoen
moeten
houden.
Middaguitgave.
Aanstaandeii
D
o
72
de
r
dag,
HEMEL-
VAARTS
DAG,
wordtgeen
Courant
uitgegeven.
BUITENLAND.
OVERZ■IHT.
—
15
Mei.
Het
is
altijd
de
nachtmerrie
(of
het
voorwendsel)
geweest
van
de
Engelschen,
dat
de
Boeren
niet
uit
eigen
krachten
den
oorlog
volhouden,
maar
geholpen
worden
van
buitenaf.
Z)0
eerst
die
verhalen
van
een
schip
met
wapens
en
voorraden,
waarom
de
invallers
in
de
Kaapkolonie
tot
aan
de
kust
zouden
doorgedrongen
zijn,
terwijl
thans
in
Londen
wordt
verteld
van
de
of■cieele
zeker-
heid,
die
er
nu
zou
bestaan,
dat
er
over
Duitsch
gebied
nog
wel
versterking
in
manschappen
en
wapens
werd
aangevoerd.
lets
buitengewoons
hoort
er
altijd
bij
en
het
schijnt
onmogelijk,
dat
een
Engelsen
leger
op
heel
gewone
en
onroman-
tische
wijze
maanden
lang
rondploetert
en
vecht
als
leeuwen
‚(of
hyens■s■
zonder
eenig
noemens-
waardig,
laat
staan
tastbaar
resultaat
te
ver-
krijgen.
Zelfs
de
triomfantelijke
tochten
naar
vee
en
ander
gedierte,
zorgvuldig
geseind
door
Kitche-
ner‚
worden
kleiner
genoemd
dan
zij
schenen.
Van
een
Boer
in
ÎZuid-Afrika
is
te
Berlijn
een
belangwekkende
brief
ontvangen,
waarin
daar-
omtrent
het
volgende
te
lezen
staat:
„Als
ge
leest
dat
de
Engelschen
zooveel
scha-
pen
en
ossen
hebben
medegevoerd,
moet
ge
u
niet
voorstellen
dat
zij
deze
dieren
kunnen
be-
houden.
Dat
is
onmogelijk.
Britsche
officieren
erkennen
zelf
dat
zij
dezelfde
kudden
vele
malen
buit
maken.”
Dus
zelfs
deze
roem
verblijft
niet
meer
aan
den
„slachter”.
De
schrijver
achtte
de
zaak
der
Boeren
geens-
zins
verloren.
iBotha
zou
de
vredesonderhande-
lingen
niet
hebben
afgebroken
als
de
toestand
hopeloos
was.
Maar
het
is
nu
zoo:
„De
Engel-
schen
hebben
in
den
Vrijstaat
alleen
Bloemfon-
tein
en
de
plaatsen
aan
den
spoorweg,
in
Trans-
vaal
slechts
‘Pretoria,
Johannesburg
en
den
spoorweg
naar
Natal.
De
Boeren
hebben
het
land,
de
Engelschen
de
dorpen
aan
den
spoor-
‘weg
en
niets
meer.
De
Boeren
handelen
in
hoofdzaak
naar
lord
Beacons■eld’s
beginsel
van
meesterlijke
werkloosheid.
Dit
is
vooral
De
We■svtaktiek.
De
Boeren
weten
dat
de
En-
gclschen
het
niet
altijd
uit
zullen
kunnen
hou-
den.
Het
Britsche
volk
zal
niet
altijd
twee
millioen
pond
sterling
per
week
blijven
betalen.
De
vredesonderhandelingen
zijn
daarvan
het
beste
bewijs.
Niets
bindt
den
Boer
aan
een
stad
of
den
spoorweg.
Hij
beschouwt
het
bezit
van-een
stad
als
een
lastpost
-—
als
een
ver-
FEÜILLETON.
llE
EHFGENAME
VAN
ABBÛl-ÛASÏLE.
Naar
het
Duitsch,
VAN
F.
JLLINCK-LÍÍTETSBURG.
15)
—
Ga
niet
voort,
lord
Ruthbert,”
mompelde
‚zij
nauwlíjks
hoorbaar,
met
gebroken
stem.
—-Ook
dat
nog!”
Nu
begonnen
hare
oogen
onrustig.
neen
wild
te
■ikkeren.
Er
was
iets
vreemds
in
haar
blik.
Lord
Ruthbert
schrikte
er
van,
hij
had
nu
nog
meer
berouw
overzijne
onbezonnenheid.
—
Miss
Lilian,
ik
wilde
u
niet
beleedigen,
niet
wonden.
‘Neem
het
me
niet
kwalijk.
Ik
heb-u
doen
schrikken.
Zeg
dat
u
het
mij
hebt
vergeven,
dat
ik
mag
terugkomen."
Neen
—
dat
kan
ik
niet
zeggen.
Kom
nooit
meer
hier,
lord
Ruthbert."
Ze
bracht
die
woorden
met
moeite
uit
en
hare
anders
zoo
weeke-
stem
had
een
schorren
klank.
Ze
zag
er
ook
zoo
ongelukkig
en
zoo
hulpbe-
hoevendwuit.
Hij
had
een
gevoel
alsof
hij
naar
in
zijne
«armen
moest
nemen
en
haar
zeggen
dat
hij
hare
zorgen
wilde
deelen
en
haar
wilde
beschermen.
Maar
zij
wendde
zich
van
hem
af,
--
Wat
benje
wreed,
Lilian,"
zei
hij
bitter.
„Ik
‘had
niet
gedacht
dat
ik
met
mijne
vurige
wenschen
schipbreuk
zou
hebben
geleden."
Zij
zei
niets
meer,
maar
wierp
hem
een
in-
trenrigen
blik
toe,
dien
hij
nooit
meer
zou
ver-
geten,
dat
voeldeihij.
Dan
ging
zij
naar
binnen
te
onderzoeken.
Het
wä;
hem
een
raadsel.V
.
Mevrouw
Ethel
Gray
was
aan
de
beterhand‚
maar
dokter
Donald
maakte
zich
ongerust
over
hare
opofferende
verpleegster,
die
er
erg
slecht
uitzag.
Mary
Counor
zag
er
niet
alleen
slecht
uit,
ze
voelde
zich
ook
ellendig.
En
de
oorzaak
daarvan
lag
niet
zoozeer
in
de
lichamelijke
in-
spanning
als
wel
in
de
aandoeningen,
die
haar
in
den
laatsten
tijd
bestormd
hadden.
De
ontmoeting
met
lord
Harry
Ruthbert
had
haar
erg
aangegrepen.
Ze
voelde
dat
niet
alles
in
haar
dood
was,
maar
dat
er
in
haar
ziel
nog
plaats
was
geweest
voor
wenschen
en
verwach-
tingen.
Die
ontdekking
perste
haar
een
bitter-
weemoedig
glimlachje
af.
Ze
was
dwaas
dat
zij
zich
gelukkig
gevoeld
had
door
zijne
bewijzen
van
teedere
belangstelling;
die
bewijzen
waren
niet
voor
haar
bestemd,
maar
voor
de
arme
Lilian
Smith,
die
zeker
in—gelukkig
zou
zijn
geworden
aan
de
zijde
van
een
beminden
echt-
genoot,
als
ze
niet
zoo
jong
gestorven
was.
Ja,
ze
moest
weg
—
de
ontmoeting
met
Harry
Ruth-
bert
maakte
dat
besluit
niet
minder
noodzakelijk
dan
de
gedachte
dat
een
woord
uit
den
mond
van
Will
Gnllham
in
staat
zou
zijn
haar
op-
nieuw
in
het
verderf
te
storten.
—
Je
ziet
er
werkelijk
slecht
uit,"
riep
me-
Maar
daarom
komt
hij
er
wel.
Elken
dag
zijn
verspieders
van
de
Boeren
te
Johannesburg
en
te
Pretoria;
zij
lezen
er
de
kranten
en
geven
oogen
en
ooren
den
kost...
Tegen
dezen
voortdurenden
tegenspoed
is
nu
een
nieuw
recept
uitgedacht,
een
zeer
eenvou-
dig,
dat
levendig
doet
denken
aan
het
vogel-
vangen
door
middel
van
een
beetje
zout
op
den
staart.
Na
de
Boeren
in
driehoekige
kordons
te
heb-
ben
ingesloten,
zal
men
aan
alle
kanten
het
gras
in
brand
steken
en
op
deze
wijze
den
tegenstander
vernietigen.
De
korrespondcnt
van
de
Daily
Mal
te
Pietermaritsburg
heeft
hiervoor
de
seinkosten
over
van
die
stad
naar
Londen.
Als
het
evenwel
mogelijk
was
(e
Boeren
in
kordons
ook
maar
een
halven
dag
op
te
sluiten,
was
de
oorlog
allang
uit.
Het
teekent
dus
alleen
den
‘geestestoestand
van
dien
Engelsch-
man,
waarschijnlijk
min
of
meer
korresp0n-
deerende
met
dien
van
andere
leden
van
de
„eerste
der
natiën”
zonder
verder
eenige
be-
schouwing
waardig
te
zijn.
Een
reklameberichtje
komt
van
de
Kaap,
het
teruggaan
namelijk
van
een
ploeg
werklieden
naar
de
mijnen
te
Johannesburg.
Al
meer
ge-
hoord
en
de
mislukking
gezien.
———-
íí.——
Oostenrijk-Hongarije.
De
Oostenrijksche
Kamer
heeft
gisteren
het
wetsontwerp
in
zake
de
belasting
van
sterken
drank
in
alle
lezingen
aangenomen.
Frankrijk.
In
den
ministerraad
van
gisteren
kwamen
ook
de
plunderingen
in
het
Algerijnsche
dorp
Mar-
gueritte
ter
sprake.
De
regeering
moet
tot
de
overtuiging
zijn
gekomen,
dat
het
noodig
is
de
bestuurspolitiek
tegenover
de
inboorlingen
te
wijzigen,
daar
de
verbittering
dezer
laatsten
voor
een
deel
is
te
wijten
aan
misbruiken.
Over
het
verzoek
om
ontslag
van
goeverneur-generaal
Jonnart,
wiens
gezondheid
vooruitgaat,
zal
eerst
in
de
volgende
zitting
worden
beslist,
daar
de
regeering
hoopt
dat
hij
over
enkele
weken
zijn
ambt
zal
kunnen
aanvaarden.
De
Kamer
besloot
gisteren
de
„Verklaringen
van
de
Rechten
van
den
mensch
en
den
burger”
in
een
ten
allen
tijde
voor
iedereen
duidelijk
leesbaren
vorm
in
alle
scholen
des
lands
en
de
ministerìën
te
doen
aanplakken,
alsmede
in
de
kerken
van
alle
gezinten,
in
alle
staatsgebouwen,
waar
de
burgers
gelegenheid
hebben
om
bijeen
te
komen,
en
in
de
kazernes,
het
laatste
met
234
tegen
228
stemmen.
Het
heden
door
de
Indép.
Beige
opgenomen
gedeelte
van
Esterhazy's
getuigenis
voor
den
Franschen
konsul-generaal
te
Londen
loopt
over
het
onderzoek
van
het
borderel
door
majoor
Ravary.
Eiken
middag
werd
het
verhoor
voort-
gezet
en
elken
avond
kreeg
Esterhazy,
namens
den
generalen
staf,
mededeeling
van
hetgeen
daarbij
was
gebleken
en
werd
hij
ingelicht
wat
hij
zeggen
moest,
wanneer
hij
den
volgenden
en
hij
was
alleen
met
een
wanhopig
gevoel
in
zijn
binnenste.
Als
in
een
droom
sloeg
hij
den
weg
in
naar
huis.
Hoe
opgewekt
was
hij
naar
Violet-Valley
gegaan
en
nu
was
alles
al
voorbij.
Het
was
geen
jongenmeisjes—gril,
die
haar
hem
had
doen
af-
wijzen.
Er
was
een
ernstige
hinderpaal
voor
de
vervulling
zijner
vurigste
wenschen,
maar
het
zou
een
vergeefsche
poging
zijn
geweest
de
zaak
Geïllustreerd
Zondagsblad
f
0.37
à,
fr.
p.
p.
f
0.45
per
3
maanden.
Advertentiën
1—6
regels
f
1.10,
elke
regel
meer
17}
Cent.
Aanvraag
om
dienstbetrikkìngen
1—6
regels
f
0.75,
elke
regel
meer
12j-
Cent.
'
l}
Dienstaanbîedíngen
(â
kontant)
f
0.50,
elke
regel
meer
7}
Cent.
dag
als
getuige
mocht
worden
gehoord,
terwijl
de
kolonels
Henry
en
Du
Paty
de
Clam
van
alles
onkundig
werden
gehouden.
Toen
E.’s
advokaat
van
een
onbekende
mede-
deeling
ontving,
dat
in
een
spoorwegrijtuig
een
portefeuille
was
gevonden,
die
daar
door
Reinach
was
achtergelaten
en
van
welker
inhoud
ver-
schillende
beamhten
hadden
kennis
genomen,
drong
hij
op
een
verhoor
dier
getuigen
aan,
maar
generaal
Billot
verzette
zich
daartegen,
om
Reinach
te
sparen.
E.
wilde
daarvan
ech-
ter
niet
weten
en
dreigde,
den
minister
van
het
geval
op
de
hoogte
te
stellen.
Die
getuigen
werden
daarop
gehoord,
maar
hunne
verklarin-
gen
strikt
geheim
gehouden.
Daarop
volgde
de
benoeming
der
schriftkundi-
gen.
Advokaat
Tézénas
verlangde
dat
het
schrift
van
Esterhazy
zou
worden
vergeleken
met
dat
van
Dreyfus,
maar
majoor
Ravary
verklaarde
aan
E.‚
in
bijzijn
van
getuigen,
dat
hij
zulks
beslist
weigerde.
Eerst
toen
deze
aan
E.
be-
loofd
had
dat
zijn
advokaat
beter
op
de
hoogte
zou
worden
gehouden
van
den
loop
van
zaken,
opdat
hij
dergelijke
onvoorzichtigheden
voortaan
zou
nalaten,
zag
E.
van
dien
eisch
af.
Verder
vertelt
E.
van
het
talmen
der
schrift-
kundigen
en
van
de
knoeierijen,
die
leidden
tot
het
besluit
om
hen
in
geheime
zitting
te
hooren.
Dat
verhoor
beteekende
echter
niets.
Alleen
Belhomme
werd
een
oogenblik
toegelaten,
waarna
de
president
het
onnoodìg
verklaarde,
de
andere
schriftkundigen
te
hooren.
E.
leidt
daaruit
af,
dat
het
borderel
nooit
is
beschouwd
als
een
authentiek
stuk,
aan
welks
herkomst
nooit
getwijfeld
is.
De
landverraad—geschiedenis
te
Commentry
schijnt
hierop
neer
te
komen,
dat
de
werkman
Givonnet
eene
betere
wijze
van
bereiding
van
chroomijzer
meent
te
hebben
gevonden,
die
hij
aan
Krupp
te
Essen
heeft
te
koop
aangeboden.
De
man
meent
echter
daartoe
ten
volle
gerech-
tigd
te
zijn,
zonder
de
vakgeheimen
zijner
patroons
te
verraden.
De
antisemiet
Sallièries,
voormalig
wethouder
van
Algiers
en
als
zoodanig
tijdelijk
met
het
burgemeesterschap
belast
geweest,
is
ter
zake
van
verduistering
van
een
bedrag
van
95,000
franlcs
tot
15
maanden
gevangenisstraf
veroor-
Spanje.
deed.
Te
Palma
is
voor
het
paleis
van
den
bisschop
een
dynamietbom
gesprongen,
die
echter
weinig
schade
heeft
aangericht.
Amerika.
Uit
Newyork
wordt
geseind
dat
de
interna-
tionale
bond
van
machinisten
besloten
heeft
tot
een
werkstakiug
op
20
dezer,
waaraan
150,000
werklieden
zullen
deelnemen.
Aanleiding
daartoe
is
de
weigering
van
loonsverhooging
en
inkrim-
ping
van
werktijd.
uit
verschillende
landen.
De
Koning
en
de
Koningin
van
Rumcnië
hebben
gisteren
te
Abbazia
hartelijk
afscheid
genomen
van
den
Koning
van
Griekenland.
Bij
vrouw
Gray,
eens
op
een
dag
toen
lllary
haar
de
krant
had
voorgelezen.
„Ga
een
beetje
in
den
tuin
kind.
Je
eet
niet
genoeg
en
je
wijn
heb
je
ook
niet
gedronken.
Wees
toch
niet
zoo
koppig.
Dokter
Donald
geeft
mij
de
schuld
als
je
er
slecht
uitziet
en
dat
kan
ik
niet
uitstaan.”
—
Het
is
heusch
niet
uw
schuld
als
ik
er
niet
zoo
goed
uitzie,
als
ik
eigenlijk
moest.
Dat
ligt
aan
mezelf.
Ik
heb
alles
waarnaar
een
mensch
maar
kan
verlangen
en
ik
zou
zoo
gaarne
altijd
hier
gebleven
zijn.
Het
is
hier
zco
mooi.”
Mevrouw
Ethel
Gray
spitste
hare
ooren.
——
Wil
je
niet
hier
blijven?"
vroeg
zij
op
scherpen
toon,
want
ze
begon
onrustig
te
worden.
Mary
Counor
aarzelde
met
haar
antwoord,
en
ze
moest
toch
spreken,
wilde
er
een
einde
komen
aan
die
kwelling.
Al
dagen
lang
had
ze
op
een
geschikt
oogenblik
gewacht.
—
Spreek
dan
toch,”
vervolgde
de
oude
vrouw
met
toenemende
onrust.
„Gaat
het
jou
evenals
Edith?
Moet
je
absoluut
menschen
om
je
heen
zien?
Hoe
dwaas!
Wat
kun
je
van
de
men-
schen
verwachten?
Ze
verlangen
allemaal
iets
van
je
daar
kun
je
zeker
van
zijn.
Het
eenige
ware
is
de
eenzaamheid
waarin
men
niets
met
de
menschen
heeft
uit
te
staan.”
Mary
Counor
glimlachte
droevig.
—-
Ik
heb
de
menschen
niet
noodig,
mevrouw
Gray,
ik
heb
hen
leeren
vreezen
voordat
ik
bij
u
kwam.
Ze
oordeelen
naar
den
schijn,
dat
is
het
ergste.”
—
Och
wat,
dat
is
volstrekt
het
ergste
niet.
Ze
hebben
nog
veel
onaangenamer
eigenschap-
pen.
Ze
zijn
egeïstisch,
gierig
en
wenschen
een
ander
‚ral-tijd
alles
slechts
toe.
Waarom
wil
je
weg?
Omdat
je
genotzuchtig
en
ondankbaar
bent.
Maar
dat
zal
je
ongeluk
zijn.
Ik
was
van
plan
TELEGRAMMEN.
oorlogsnieuws.
BRUSSEL
14
Mei.
De
Petit
Bleu
zegt:
omdat
Kruger
en
andere
vertegenwoordigers
van
Transvaal
in
stilte
handelen
verbeeldt
men
zich
ten
onrechte,
dat
het
Engeland
veroorloofd
zal
zijn
tot
het
uiterste
zijn
misdadig
werk
te
vol-
brengen.
Zekere
omstandigheden
waren
nog
een
beletsel
of
zijn
nog
een
beletsel
voor
interventie,
maar
er
zijn
eenige
weinige
welingelichte
personen,
die
weten
dat
langzaam
aan
een
voor
Transvaal
en
Oranje
Vrijstaat
gunstige
aktie
aan
het
werken
is.
Zij
kunnen
echter
niet
meer
mede-
deelen
daar
zij
dan
de
zaak
zouden
in
de
war
sturen.
Wanneer
Engeland
zal
hebben
gemeend
dat
het
de
Boeren
voor
goed
overwonnen
heeft,
zal
een
zekere
mogendheid
of
zekere
mogendheden
zich
tegenover
het
stellen,
het
de
vruchten
der
overwinning
betwisten
en
eischen
mede
te
doen
aan
de
afrekening.
Koningln
Wílhelmina.
SCHWERIN,
15
Mei.
De
Koningin
der
Neder-
landen,
te
paard
gezeten,
nam
heden
voormiddag
op
het
groote
oefeningsplein
eene
parade
af
van
het
garnizoen
alhier.
Aan
hare
zijde
bevonden
zich
de
Groot-Hertog
en
prins
Hendrik._
Y
_
_
Na
a■oop
der
parade
bezichtigde
de
koningin
in
een
rijtuig
met
vier
paarden
gezeten,
de
excercitiën
der
infanterie.
’s
Middags
keerde
zij
met
prinses
Hendrik
en
groothertogin
Maria
naar
Rabensteinfeld
terug.
De
llnitsche
Rljksdag.
BERLIJN,
15
Mei.
De
Rijksdag
bleek
heden
bij
de
tweede
hoofdelijke
stemming
over
het
drankwet-ontwerp
niet
talrijk
genoeg
tot
het
je
alles
te
vermaken
wat
ik
bezit
—_en
ik
ver-
zeker
je
dat
het
de
moeite
waard
is
——
maar
als
je
weggaat
dan
vermaak
ik
alles
aan
de
kerk.
Dat
zweer
ik
je
zoowaar
ik
mevrouw
Ethel
Gray
heet.”
—
Ik
verlang
er
in
’t
geheel
niet
naar
om
hier
weg
te
gaan,
mevrouw,
maar
IJ
zoudt
Zelf
willen
dat
ik
wegging,
als
u
mij
maar
zoudt
willen
gelooven.
Ik
heb
het
u
dadelijk
gezegd,
ik
ben
Lilian
Smith,
uw
kleindochter,
niet
—
ik
ben
werkelijk
—”
Ze
sprak
den
naam
niet
uit,
tranen
rolden
over
haar
wagen.
Een
blik
op
de
oude
vrouw
zeide
haar,
wat
er
zou
komen.
Mevrouw
Gray
zat
er
bij
als
een
steenen
beeld,
ze
maakte
een
bijna
angstaanjagende
indruk
met
haar.
wijdge-
opende,
doffe
oogen.
Mary
Counor
vergiste
zich
in
de
aanleiding
van
haar
ontsteltenis.
_De
reden
er
van
was,
haar
angst
dat
haar
kleindochter
weer
ziek
was
geworden
en
weer
zou
gaan
ijlen.
Dokter
Donald
had
haar
gezegd,
dat
er
niets
goeds
van
kon
komen,
als
men
van
een
jong
zcìepseltje
zooveel
verlangde.
Ze
moest
aan
Edith
Smith
denken.
Ze
had
toen
ook
niet
ge-
loofd,
dat
ze
ziek
was.
De
jeugd
had
geen
recht
om
ziek
te
worden.
En
toch
was
Edith
gestor-
ven.
De
gedachte
dat
Lilian
iets
dergelijks
zou
kunnen
overkomen,
wond
haar
verschrikke-
lijk
op.
—
Mevrouw,
wilt
u
mij
een
oogenblik
aan-
hooren?
vroeg
Mary,
al
haar
moed
verzamelendÎ;
want
ze
mocht
en
wilde
niet
meer
terug
krab-
belen,
welke
gevolgen
het
bekennen
der
waar-
heid
ook
voor
haar
mochtemhebben.
„U
zult
dan
zoo
gemakkelijk
begrijpen,
wat
u
nu
zoo
onverklaarbaar
voorkomt,
dat
u
het
voor
de
visioenen
van
een
zieke
hebt
gehouden.”
(Wordt
vervolgd.)
het
diner
aan
boord
van
de
kruiser
Psara.
dron-
ken
de
beide
vorsten
op
elkaars
welzijn.
De
Bulgaar-acne
Kamer
heeft
met
groote
meerderheid
van
stemmen
een
regeeringsontwerp
aangenomen
tot
hervorming
van
het
binnen-
landsch
bestuur,
waardoor
3
millioen
francs
per
jaar
bezuinigd
wordt.
De
Turkoche
grootvizier
Halil
Rifaat
pacha
heeft
den
Sultan
reeds
tweemaal
ontslag
gevraagd
wegens
hoogeu
ouderdom,
maar
telkens
werd
hem
verzocht
in
zijn
ambt
te
blijven.
Thans
schijnt
hij
echter
daarvan
ontheven
te
zullen
worden.
De
oproerige
beweging
onder
de
werklieden
te
Petersburg
duurt
nog
steeds
voort.
In
de
laatste
dagen
zijn
er
weer
een
400ml
in
hech-
tenis
genomen
en
vele
huiszoekingen
gedaan,
waarbij
een
menigte
papieren
zijn
in
beslag
ge-
nomen.
De
bedreiging
dat
ook
de
toeschouwers
bij
opstootjes
zouden
worden
gestraft,
blijkt
ernst
te
zijn
geweest.
Twee
professoren
werden
des-
wege
naar
het
binnenland
gezonden
en
een
dame
tot
twee
maanden
gevangenisstraf
veroordeeld.