Tekstweergave van DC_1906-06-11_009
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
19063.
Aond-Uit...
DORDREÛHTSCHE
(lûil■ÁNrll,Níêìâlllí■iítg
ll
Juni
Àvonduitgave.
TWEEDE
BLAD.
Reis-Abonnementen
De
administratie
van
de
Dordrechtsche
Courant
is
gaarne
bereid
om
tegen
vergoeding
van
porto’s
aan
hare
abonné’s,
die
voor
korten
of
langen
tijd
op
reis
gaan,
de
Courant
aan
hun
tijdelijk
adres
te
zenden.
Zij
behoeven
daar-
van
slechts
opgaaf
te
doen
van
duidelijk
adres.
Ook
abonnementen
voor
den
tijd
van
een
halve
of
lieele
maand
worden
gedurende
het
reisseizoen
verstrekt.
UITENLAVN
n.
DORDRECHT,
9
Juni.
Uit-
en
over
Amerika.
__
Milwaukee,
Wis.,
Mei
1906.
_
In
mijn
laatste
„stukje”
voor
de
krant
stelde
ik
in
uitzicht,
„bij
gelegenheid”
eens
een
be-
zoek
te
zullen
brengen
aan
het
rijkeluïs
kerk-
hof
alhier,
waar
zich
een
crematorium
of
oven
voor
lijkverbranding
bevindt.
De
zetter
maakte
van
de
woorden
„bij
gelegenheid”,
„bij
leven-
den
lijve”.
Wel,
’t
is
geen
zinstorende
drukfout,
want
als
men
een
bezoek
aan
een
kerkhof
gaat
bren-
gen,
als,
nu
ja,
reporter
of
verslaggever,
dient
men
bij
levenden
lijve
te
gaan.
De
gelegenheid
om
er
eens
heen
te
gaan
deed
zich
voor
eenige
dagen
voor
en
zoo
trok
ik
er
met
de
street-car
naar
toe.
Het
kerkhof
is
heel
mooi,
met
prachtige
perken
en
lanen,
heuvelachtig
terrein,
mooie
graftombes
en
dergelijke,
doch
het
doel
van
den
tocht,
’t
crematorium,
viel
niet
direct
in
het
oog.
Eene
fraaie
kerk
dicht
bij
den
in-
gang
deed
dat
wel,
doch
ineenende,
dat
de
kerken
van
verschillende
gezindten
en
crema-
toria
nu
juist
niet
zoo
heel
vriendschappelijk
tegen
elkander
zouden
zijn,
gingen
we
eerst
verder
op
den
zoek,
doch
Vonden
niets,
dat
aan
een
l■koven
deed
denken.
Op
onze
vraag
aan
een
arbeider,
waar
’t
crematorium
was
te
vin-
den,
kregen
we
ten
antwoord:
‚,0!
dat
is
in
het
basement
der
kerk”!
Dus
teruggegaan
en
aan
de
kerk
gekomen,
de
achteringang
van
het
basement
(sousterrain)
opgezocht
en
naar
bin-
nen
gestapt.
Al
spoedig
ontmoetten
we
een
heer,
die
op
onze
vraag,
of
we
de
inrichting
eens
mochten
zien,
vroeg,
of
we
soms
van
de
familie
waren.
‘Het
bleek
namelijk,
dat
er
juist
een
lijk
verbrand
werd.
Nu,
we
waren
wel
niet
van
de
familie,
maar
op
vertoon
van
zekere
kaart,
van
imposante
stempels
voorzien,
mochten
we
vrij
rondloopen.
De
hal
in
het
basement,
waar
Wij
ons
be-
vonden,
was
geheel
bemuurd
met
geglazuurde
tegeltjes
en
electrisch
verlicht.
Van
boven
in
’t
gewelf
is
eene
opening,
waar-
’
door
het
lijk
van
uit
de
kerk,
onder
den
ker-
kelijken
dienst,
als
in
de
groeve,
zachtjes
wordt
nedergelaten
en
zonder
kist
of
bekleeding
op
Îendsoort
van
rooster
in
den
oven
wordt
ge-
eg
.
De
oven
ziet
er
net
uit
als
een
moffel,
waarin
in
eene
metaalwarenfabriek
de
verf
en
’t
ver-
nis
op
metalen
wordt
gedroogd
of
geëmailleerd
FEUlLl
EÂÏDUN
en
lijkt
ook
wel
op
een
gewonen
blakkersoven.
Er
kunnen
twee
lijken
tegelijk
verbrand
wor-
‘
den.
De
verbranding
geschiedt
door
olie
met
gecomprimeerde
lucht,
dat
een
vreeselijke
hitte
moet
geven.
Naar
ik
hoor,
wordt
dat
ook
in
sommige‚
“smelt-erijen
toegepast.
Het
lijk
is
in
een
uur
geheel
verbrand
en
de
asch,
die
zuiver
wit
van
kleur
moet
zijn,
wordt
aan
de
familie
ter
hand
gesteld.
Zoo
aan
den
voorkant
van
den
oven
was
van
het
verbrandingsproces
niets
te
bespeuren.
Alleen
hoorde
men
het
loeien
van
vlammen
binnen
in,
doch
alles
was
hermetisch
dicht.
Den
oven
omloopende,
kwamen
wij
aan
den}
achterkant
en
daar
waren
kijkgaten,
van
glas
voorzien,
waardoor
men
kon
zien
en
de
per-
soon,
die
belast
was
met
dat
werk,
de
ver-
branding
door
allerlei
kranen
kon
regelen.
Men
zag
door
die
kijkglazen
enkel
in
een
woelende
vlammenmassa,
waarin
men
echter
geen
lichaam
meer
kon
onderscheiden.
Trou-
wens,
het
was
ook
al
meer
dan
een
half
uur
geleden,
dat
het
lijk
er
was
ingebracht.
Teruggaande,
wilden
wij
weder
naar
de
kerk,
om
daar
eens
te
kijken
en
meteen
nog
verdere
inlichtingen
trachten
te
bekomen,
doch
’t
was
‚
afgeloopen
en
de
deuren
waren
gesloten,
zoo-
dat
wij
de
vrije
natuur
opzochten,
de
street-
car
pakten
om
thuis
weer
op
tijd
aan
’t
sup-
per
te
zijn,
wel.
eeiiigszins
onder
dc-n
indruk
van
het
afgelegde
bezoek.
Zeer
veel
belangstelling
van
de
zijde
van
het
publiek,
vond
de
hier
gehouden
tentoon-
stelling,
van
middelen
ter
voorkoming
en
be-
teugeling
der
tuberculose,
het
witte
gevaar.
Zij
werd
gehouden
in
een
grooten
ledigstaan-
den
winkel
en
was
kosteloos
voor
een
ieder
toegankelijk.
Eiken
middag
en
avond
werd
een
korte
voordracht
gehouden
door
een
dokter.
De
tentoonstelling
bevatte
alle
mogelijk
gra-
phische
en
statistische
gegevens
over
de
long-
tering
of
tuberculose
in
deze
stad,
modellen
van
tenten,
sanatoria,
photographiën,
enz.
Voorts
op
sterk
water
gezette,
door
tuberkels
aangetaste
longen,
kunstmatig
aangekweekte
bacillen
en
veel
meer
van
die
interessante
din-
gen.
Onder
anderen
ook
nog
deelen
van
een
met
tuberculose
besmet
rund
en
stukken
vleesch,
waarop
de
bacillen
waren
uitgepoot.
Het
was
aan
het
vleesch
zeer
goed
te
zien,
dat
het
niet
goed
was,
zelfs
voor
een
leek,
maar
leverde
juist
geen
appetijtelijk
gezicht
op.
De
tentoonstelling
kwam
van
Chicago
en
is
nu
de
country
in.
Het
schijnt,
dat
de
tuberculose
en
longtering
in
verschillende
vormen
vele
slachtoffers
maakt
in
dit
land,
want
men
is
er
altijd
druk
over
in
de
weer.
De
onhebbelijke
gewoonte
om
overal
in
en
overal
op
te
spuwen
is
misschien
niet
vreemd
aan
de
verspreiding
van
die
ziekte.
De
dokters
willen
hebben,
dat
ieder
lijder
een
sputumfleschje
bij
zich
draagt,
doch
het
zal
heel
wat
voeten
in
de
aarde
hebben,
de
zich
vrij
voelende
besmette
Amerikanen
er
toe
te
krijgen,
zoo’n
,‚handsome”
dingetje
bij
zich
te
dragen
en
vooral,
het
te
gebruiken.
i‘
‘Heel
toevallig
hoorde
ik
voor
eenige
dagen,
dat
er
bij
de
politie
vreemde
middelen
wor-p
den
aangewend,
om
van
misdrijven
verdachte
personen
tot
bekentenis
te
dwingen,
die
wel
wat
middeleeuwsch
l■ken
voor
het
zoogenaamde
vrije
land,
waar
men
niets
vrijer
is
dan
in
Nederland.
Alleen
bestaat
er
geen
conscriptie
en
bij
verhuizing
behoeft
men
aan
den
bur-
den
kanker
weten?
is
het
antwoord
bedroe-.
vend
kort:
niets.
Tegenover
weinig
ernstige
kwalen
staat
de
menschheid
tot
dusver
zoo
hulpeloos,
zoo
Wetenschappelijk
Allerlei.
Het
onderzoek
van
den
kanker.
—
Weinig
kennis
en
veel
onderstel-
língen.
—
De
parasitaire
en
de
niet-parasitaire
theorie,
Een
sche.
mering
van
lioop.———Amerikaansolie
methoden.
——
Zal
’t_radiuin
iets
bewerken?
Er
schijnt
wel
iets
onbillijks
in
te
liggen,
maar
begrijpelijk
is
het
toch
ook,
dat
de
be-
langstelling
in
de
een
of
andere
vreeselijke
ziekte
soms
pas
in
ruimeren
kring
tot
uiting
komt
of
plotseling
herleeft,
Wanneer
een
vorstelijke
persoonlijkheid
er
door
aangetast
wordt.
Van
den
kanker
kan
wel
is
waar
niet
gezegd
worden
dat
het
publiek
er
niet
genoeg
belang
in
stelt
—
het
is
terecht
een
van
de
meest
gevreesde
onder
de
ontzettende
plagen
der
menschheid:
zelfs
de
ter.ing
boezemt
niet
zóóveel
verschrikking
in
—
toch
geldt
ook
in
dit
geval,
dat
van
hoogerhand
dezer
dagen
een
krachtige
stoot
gegeven
is
tot
bevor-
(lering
van
het
onderzoek
naar
de
oorzaak
en
de
geneeswijze
van
den
kanker;
een
aan-
sporing
overigens
die
gelukkig
ter
nauwer-
nood
noodig
was,
waar
in
onze
dagen
de
eene
ziekte
voor,
de
andere
na,
met
de
stoere
kracht
van
de
moderne
wetenschap
wordt
aange-
tast,
om,
als
’t
mogelijk
ware,
één
voor
één
die
vijanden
van
het
menschelijk
geslacht
te
overwinnen.
Het
was
koning
Eduard
van
Engeland,
die
van
zijn
bijzondere
belangstelling
in
het
kankeronderzoek
blijk
gaf,
en
tot
de
stichting
van
een
Cancer
Research
Fund
opwekte,
toen
Zljn
zuster,
keizerin
Friedrich,
de
oudste
dochter
van
koningin
Victoria,
er
door
was
aangetast.
Dat
Engclsche
fonds
beschikt
reeds
over
een
groot
«kapitaal,
dank
zij
de
vorste-
lijke
giften
van
enkele
personen
—
komt
daar
bij
ons
te
lande
eens
om!
——-
en
al
komt
er
ook
nog
niet
veel
over
de
werkzaamheden
tot
de
kennis
van
het
groote
publiek;
in
stilte
‘wordt
door
de
onderzoekers
die
den
steun
genieten
van
dat
fonds,
druk
gcarbeid.
Als
men
vraagt
wat
wij
met
zekerheid
van
volslagen
machteloos.
Niet,
dat
er
geen
arbeid
genoeg
door
de
wetenschappelijke
onder-
zoekers
aan
besteed
is,
of
dat
er
geen
scherp-
zinnge
theorieën
over
het
wezen
der
ziekte
opgesteld
zijn.
Het
voorkomen
van
den
kan-
ker,
hoe
de
gezwellen
saanigesteld
zijn,
hoe
ze
voortwoekeren,
welke
organen
er
door
aangetast
worden
en
nog
zooveel
meer
dat
tot
de
ziekte-geschiedenis
behoort,
is
tot
in
de
puntjes
bekend.
Vraagt
men
ecnter
naar
de
innerlijke
oorzaak
van
het
ontstaan,
naar
het
wezen
der
ziekte,
dan
staat
de
theorie
van
den
eenen
grooten
geleerde
vlak
tegen-
over
die
van
den
andere.
Vandaar
dat
men
heden
nog
in
de
periode
van
het
rondtasten
verkeert:
men
heeft
geen
gevestigden
grond-
slag
om
daarop
voort
te
bouwen.
Toch
—
en
dat
is
al
iets
gewonnen
—
is
al
die
studie,
is
al
het
verzamelde
materiaal,
niet
te
ver-
geefs:
men
kan
niet
langer
zeggen
dat
de
kanker-theorieën
gyel■lczuaardig
zijn,
het
sclie-
mert
door‘,
dat
sommige
geheel
opgegeven
moeten
worden,
en
de
strijd
wordt
langzamer-
hand
tot
zeer
enkele
beperkt.
De
zaak
is
natuurlijk
niet
geschikt
om
in
een
populair
overzicht
in
bijzonderheden
uit-
eengezet
te
worden.
Maar
ze
is
van
zooveel
gewicht,
dat
een
korte
beschouwing
zeker
niet
overbodig
mag
heeten.
Van
de
vele
theorieën
over
het
wezen
van
den
kanker
zijn
de
meeste
ontstaan
op
Duit-
schen
bodem,
in
het
land
waar
vooral
de
medische
wetenschap
met
zooveel
noesten
vlijt
beoefend
wordt.
Onze
lezers
weten
ongetwijfeld,
dat
het
ook
een
Duitscher
ivas,
de
groote,
onlangs
over-
leden
Virchow,
die
de
cel
als
grondslag
van
het
organisme
erkend,
en
tot
de
verspreiding
van
die
opvatting
het
meest
bijgedragen
heeft.
Ons
menschelijk
lichaam
bestaat
uit
celle-i,
men
kan
ze
beschouwen
als
de
een-
heden
van
dat
zeer
saamgestelde
geheel,
eenigs-
zins
op
dc
wijze
zooals
eeen
honigraat
uit
‚afzonderlijke
cellen
is
saanigesteld;
maar
in
de
planten
en
dieren
zijn
de
cellen
van
ver-
schillende
soort.
Wordt
het
lichaam
op
de
normale
wijze
door
de
voeding
onderhouden,
dan
zal
er
evenwicht
zijn
in
de
ontwikkeling
van
de
verschillende
deelen
waaruit
ons
orga-
nisme
bestaat.
Verouderen
de
organen,
doen
ze
hun
werk
niet
zoo
goed
meer,
dan
wordt
gelijken
stand
geen
kennis
te
geven.
Maar
om
tot
die
middelen
terug
te
keeren.
De
verdachte
zou
in
een
stoombad
geplaatst
worden,
dat
steeds
meer
verhit
wordt,
tot
dat
de
patiënt
de
waarheid
zegt,
of
de
dokter
ge-
last
om
er
mee
op
te
houden.
Ook
zouden
de
verdachten
soms
in
een
tobbe
met
water
ge-
stopt
worden
en
ondergedompeld
worden
tot
verdrinking
toe,
ook
al
om
ze
tot
bekentenis
te
brengen.
Lukte
het
middel
den
eersten
keer
niet,
dan
werd
het
meermalen
herhaald.
Van
een
stoombad
gesproken.
Eene
oude
lady
van
mijne
kennis
had
erg
veel
last
van
rheuinatiek
en
om
daarvan
af
te
komen,
plaatste
de
dokter
haar
in
een
van
gútta-percha
doek
vervaardigd
kastje,
waar
alleen
het
hoofd
buiten
uit-stak.
In
dat
kastje
werd
stoom
ge-
laten
en
de
patiëntje
aldus
vrijwel
uitgekookt,
doch
van
de
rlieumatiek
was
ze
ontslagen.
Een
poosje
daarna
liet
dezelfde
oude
lady
al
hare
‚tanden
ien
kiezen
uittrekken.
Ze
had
er
wel
is
waar
niet
heel
veel
gaven
meer,
doch
’t
was
toch
een
lieele
karwei
en
pijnlijk
en
onaangenaam
ook,
toen
alle
tanden
en
kiezen
er
uitgenomen
waren,
in
afivachting
van
een
geheel
splinternieuw
boven-
en
ondergebit,
dat
nu
de
draagster
heeleniaal
heeft
verjongd.
Als
men
zoo
onder
de
menschen
komt,
ziet
men
een
kapitaal
aan
goud
in
de
monden
schitteren,
om
kunsttanden
vast
te
houden,
kronen
van
goud
en
verder
dentistwerk.
Men
vindt
hier
ontzettend
veel
dentists.
Haast
in
ieder
blok
vindt
men
een
huis
met
een
Ë„sign”
waarop
„dentist”
en
„zalinarzt”
in
letters
van
een
voet
lang.
In
het
„of■ce”
—
de
dentist
en
de
dokters
hebben
een
kantoor,
en
de
photographen
een
„studio”
—
hangt
de
bul
van
het
afgelegde
examen
als
tandarts
of
als
geneesheer,
met
een
groot
verguld
zegel
van
den
staat
Wisconsin
er
op,
ten
blijke,
dat
men
bij
geen
kwakzal-
ver
om
genezing
of
een
nieuw
gebit
is
gekomen.
Gelukkig
kan
ik
uit
eigen
ervaring
niets
mededeelen
over
de
knaplieid
van
de
Ameri-
rikaansclie
dokters,
doch
ik
houd
het
er
voor,
dat
ze
nog
al
tamelijk
wel
op
de
hoogte
zul-
len
zijn.
Sommigen
hebben
echter
de
gewoonte,
om
echte
kwakzalvers-advertenties,
met
hun
portret
er
nota
bene
soms
nog
wel
bij,
in
de
kranten
te
plaatsen,
ter
aanbeveling.
Van
de
vooruitzichten
van
den
komenden
oogst
valt
natuurlijk
nog
niets
te
zeggen
en
hier
in
de
stad,
hoe
landelijk
die
er
ook
uit-
ziet,
merken
we
niets
van
de
farms.
De
be-
richten
over
den
laatsten
oogst
luiden
niet
zoo
bizonder
gunstig,
daar
de
zeldzaam
zachte
winter
(volgens
Am.
begrippen)
een
beletsel
is
geweest
voor
een
goed
„crop”.
Bedoeld
wordt
de
ijsoogst,
die
vrij
belangr■k
is
en
een
lian-
delsartikel
oplevert
voor
tal
van
Companies.
Het
verbruik
van
ijs
in
de
V.
S.
is
ontzaglijk
groot
en
om
nu
’s
zomers
voorraad
te
hebben,
moet
het
’s
winters
worden
geoogst.
Het
ruwe
ijs
wordt
gebruikt
voor
de
vulling
in
ijskasten
en
dergelijke
voor
de
bewaring
en
het
koel
houden
van
allerlei
eetwaren
en
niet
het
minst
voor
de
vervaardiging
van
„ice
cream”,
waar-
van
groote
hoeveelheden
worden
verbruikt,
met
en
zonder
allerlei
soorten
van
vruchten.
Het
duurt
lang
eer
het
hier
zomer
wordt,
hoewel
de
thermometer
reeds
op
86°
gestaan
heeft.
De
boomen
zijn
nog
niet
geheel
in
vollen
bladerdos.
Toch
begint
het
in
de
parken.
er
al
mooi
uit
te
zien,
met
de
liefelijke
tinten
van
het
eerste
jonge
groen.
De
breede
straten
de
kans
grooter,
dat
dit
evenwicht
verstoord
wordt.
Nu
heeft
Thierscli,
uitgaande
van
het
bekende
feit
dat
oude
menschen
in
verre-
weg
grooter
aantal
door
kanker
aangetast
worden
dan
personen
van
middelbaren
leef-
tijd,
terwijl
jongeren
van
de
ziekte
verschoond
blijven,
de
theorie
opgesteld
dat
de
woeke-
riiigen
het
gevolg
zouden
zijn
van
verstoring
in
het
evenwicht
tusschen
de
dekcellen
(het
epithelium)
en
het
bindweefsel.
Maar
deze
opvatting
telt
slechts
weinig
aanhangers
meer
tegenwoordig.
Merkwaardig,
en
weer
heel
goed
verklaar-
baar
is
’t,
dat
er
——
evenals
een
nieuwe
na-
tuurkundige
ontdekking,
als
x-stralen,
radium-
werking
enz.,
aanleiding
geeft
om
nieuwe
ge-
neeswijzen
te
beproeven
'—
zoo
dikwijls
samen-
hang
is
tusschen
de
wetenschappelijke
nei-
gingen
en
opvattingen
die
op
een
gegeven
moment
om
zoo
maar
te
zeggen,
in
de
mode
zijn,
en
de
theorieën
over
bepaalde
ziekten.
Toen
de
ontwikkelings(evolutie-)theorie
pas
door
Darwin
en
anderen
uitgewerkt
was,
ont-
stond
‘een
daarop
gebaseerde
kanker-theorie,
maar
toen
als
oorzaak
van
verschillende
infec-
tieziekten
kleine
levende
wezens
erkend
waren,
kwam
ook
het
denkbeeld
op,
den
kanker
op
dergelijke
wijze
te
verklaren.
Zelfs
verzekert
thans
een
Amerikaan,
dat
de
ziekte
alleen
aan
een
enzym,
een
ferment-achtige
stof
die
bij
gistingsprocessen
een
rol
speelt,
toege-
schreven
kan
worden.
In
hoofdzaak
kan
men
zeggen,
dat
tegen-
woordig
de
parasitaire
en
de
niet-parasitaire
theorie
van
den
kanker
tegenover
elkaar
staan.
De
strijd
loopt
in
hoofdzaak
hierover:
ligt
de
oorzaak
van
den
kanker
in
het
organisme
zelf,
of
wordt
de
ziekte
door
een
ander
orga-
nisme,
van
buiten-af,
teweeggebracht
'?
Bewijzen
tegen
de
„parasitaire
theorie”
bezit
men
eigenlijk
niet.
Maar
haar
aanhangers
schijnen
in
den
laatsten
tijd
niet
talrijker
te
worden.
Want
tot
dusver
zijn
nagenoeg
al
de
als
parasieten
beschreven
vondsten
in
de
kankerachtige
gezwellen
ten
slotte
gebleken,
overblijfselen
of
voortbrengselen
van
de
zieke
cellen
zelf
te
zijn.
Dat
lot
heeft
ook
de
voorwerpen,
op
vogel-oogen
gelijkende,
ge-
troffen,
die
prof.
v.
Leyden
gevonden
had
en
de
lichaampjes,
door
Plimmer
en
Feinberg
ontdekt,
zijn
naar
alle
waarschijnlijkheid
dezelfde.
Het
is
toch
te
erg,
wanneer
Feinberg
bijvoorbeeld
verlangt,
dat
men,
om
zijn
para-
siet
aan
te
treffen,
ten
minste
een
duizendtal
zijn
ook
veelal
met
boomen
beplant,
zoodat
de
city
in
haar
zomercostuum
zal
prijkenf
De
bladen
sporen
in
allerlei
artikels
de
in-
woners
aan
om
de
vogels
naar
de
stad
te
lok-
ken
en
daartoe
hokjes
of
kastjes
op
te
hangen,
waar
de
gevederde
vrienden
in
kunnen
nestelen.
l
Ook
trachten
zij
tot
nut
en
vermaak
voor
jong
en
oud,
meer
eekhoorntjes
in
de
parken
te
zien
te
brengen.
-
Onze
nieuwe
Mayor,
Becker,
ontwikkelt
eene
groote
activiteit.
Met
automobiel
en
motor-
boot
gaat
hij
oponderzoekingstochten
uit
en
wat
niet
in
den
haak
is,
moet
in
orde
gebracht
worden.
Er
krijgt
nog
al
eens
een
ambtenaar
ontslag
als
hij
blijkt
niet
te
zijn
de
rechte
man
op
de
rechte
plaats.
.,His
honor”
is
nu
in
de
periode
van
den
jaarlijkschen
grooten
schoonmaak,
die
ook
hier
in
allen
luister
moet
worden
doorgemaakt,
niet
alleen
door
de
huismoeders,
maar
ook
door
het
stadsbestuur.
Straten
en
alleys
worden
sclioon-
gemaakt,
hersteld
en
opgeknapt.
Eene
aan-
sporing
tot
de
ingezetenen
is
bekend
gemaakt,
om
tegen
30
Mei,
,‚decorationsdag”,
alle
hui-
zen
en
erven
netjes
schoongemaakt
te
hebben
en
de
woningen,
door
het
aanbrengen
van
bloemen
enz.
zooveel
mogelijk
een
feestelijk
aanzien
te
geven.
Met
„decorationsdag”
gewijd
aan
de
her-
denking
der
in
de
oorlogen
voor
de
V.
S.
ge-
sneuvelde
soldaten
en
de
versiering
met
bloe-
men
van
hunne
graven)
is
het
juist
een
jaar
geleden,
dat
wij
in
Hoboken
aan
wal
stapten.
Mijn
oordeel
over
Amerika,
met
het
oog
op
hen,
die
voor
lotsverbetering
er
naar
toe
wen-
sclien
te
gaan,
blijft
vrijwel
gelijk
ik
vroeger
schreef.
Amerika
is
het
land
van
humbug
en
van
groote
dingen
en
bovenal
van
werkzaam-
heid.
Voor
jonge
menschen,
die
werken
kunnen
en
willen
op
allerlei
gebied,
zijn
de
vooruit-
zichten
beter
dan
in
Nederland,
doch
zal
het
meerendeel
in
groote
hoopvolle
verwachtingen
worden
teleurgesteld.
De
goede
tijden
om
for-
tuin
te
maken,
schijnen
voorbij
te
zijn.
Gekke
ideeën
hebben
dc
lui
hier
soms
over
Nederland.
Die
als
kind
hier
gekomen
zijn
en
op
rijpen
leeftijd
het
oude
vaderland
weer
bezoeken
vin-
den
het
een
„arm”
leven.
Doch
de
reden
daarvan
ligt
voor
de
hand.
De
omgeving,
waarin
zij
hier
gekomen
zijn,
past
niet
aan
bij
die,
waarin
zij
hunne
familie
en
be-
trekkingen
vinden.
Gemeenlijk
zijn
het
lui,
die
doodarm
hier
kwamen
met
eene
herinne-
ring
aan
een
armoedig
bestaan
in
Holland.
Komen
ze
nu,
tot
welstand
geraakt,
weer
in
de
oude
omgeving.
dan
valt
dat
niet
mede,
te
meer
omdat
de
arme
familie
in
Holland
alles
denkt
van
den
rijk
geworden
oome
uit
Am.
!
Een
mijner
kennissen,
hier
geboren,
een
rijk
man,
doch
hier
geworden,
wilde
nog
eens
naar
Holland,
om
zelf
eens
te
zien
hoe
het
daarnu
eigenlijk
was.
Een
zijner
vrienden
die
er
ge-
weest
was,
had
hem
verteld,
’t
was
er
toch
zoo
„poor”
(arm).
Die
man
was
op
het
eiland
Marken
geweest,
en
daar
zag
het
er
toch
zoo
armoedig
uit,
en
in
Broek
in
Waterland
liepen
de
mannen
alle-
maal
met
gelapte
broeken!
Anders
scheen
hij
niets
van
ons
goede
land
gezien
te
hebben.
En
nu
——
tot
een
volgende
gelegenheid.
Yours
M.
v.
K.
kijken.
Want
indien
de
lichaampjes
die
als
voortbrengers
van
den
kanker
worden
aan-
gegeven,
dat
werkelijk
waren,
dan
zou
men
ze
immers
in
groot
aantal
in
de
gezwellen
moeten
aantreffen,
en
nooit
in
gezonde
of
enkel
maar
ontstoken
iveefsels.
Dat
is
echter
geen
van
beide
’t
geval.
Voorts
zou
men
ze
vooral
moeten
vinden
in
de
cellen
die
zich
door
deeling
voort-
planten,
en
aldus
de
aanzwelling
doen
ont-
staan
;
en
ook
dat
komt
niet
uit.
Robert
Koch,
de
grondlegger
van
onze
moderne
kennis
betreffende
de
tuberculose,
heeft
de
volgende
eischen
gesteld
aan
een
theorie
welke
een
ziekte
door
parasitaire
woekering
tracht
te
verklaren.
Die
parasiet
moet
in
alle
gevallen
en
bij
alle
vormen
van
de
ziekte
worden
aan-
getroffen;
men
moet
ze
afzonderlijk
kunnen
cultiveeren
buiten
het
organismen,
en
mcn
moet
vastgesteld
hebben,
dat
overbrenging
van
de
zoo
gekweekte
parasieten
op
gezonde
individuen
dezelfde
ziekte
teweegbrengt.
Al
deze
voorwaarden
zijn
bijvoorbeeld
vervuld
bij
de
pest-bacil,
getuige
het
treurige
lot
van
dien
Russischen
geneeskundige
die
op
een
eilandje
bij
Kroonstad
gestorven
is
aan
de
pest,
waarmede
hij
geïnfecteerd
moet
zijn
geworden
bij
’t
behandelen
van
pest-
baoil-cultures.
Geen
van
die
voorwaarden
is
echter
tot
dusver
vervuld
voor
een
der
zoogenaamde
soorten
van
bacillen
van
den
kanker.
Daar
komt
bij,
dat
men
zijn
eischen
heel
scherp
mag
en
moet
stellen,
waar
de
ver-
schijnselen
die
bij
den
wasdom
en
het
voor-
komen
der
kankergezwellen
in
het
lichaam
waargenomen
worden,
slechts
bezwaarlijk
met
behulp
van
een
parasitaire
theorie
kunnen
worden
verklaard.
Ook
de
tegenovergestelde
opvatting:
de
niet-parasitaire,
is
niet
in
staat,
het
waarge-
nomene
afdoende
te
verklaren;
ze
schijnt
echter
in
den
laatsten
tijd
een
overwicht
,te
verkrijgen
boven
de
andere.
Voor
een
deel
ziet
deze
thorie
de
oorzaak
der
kankerach-tige
ontsteking
in
mechanische
prikkels,
dus
een
stoot
of
slag,
of
voortdurend
schrijnen.
Het
valt
niet
te
betwijfelen,
dat
een
stoot
tegen
een
moedervlek
een
zeer
boosaardig
gezwel
(sarkoom)
kan
teweegbrengen;
voorts
treedt
in
den
regel
in
bepaalde
organen
de
kanker
op
die
plekken
op,
die
’t
meest
blootgesteld
zijn
aan
mechanische
prikkels,
bijvaan
den
ingang
van
de
maag.
in
de
nauwe
deelen
van
den
slokdarm;
bekend
zijn
de
veelvuldige
gevallen,
waarin
kanker
aan
de
onderlip
ont-
dûûrëneden
Van
kankergezwellen
moet
na-
‘staat
tengevolge
van
den
aanhoudenden
druk